Vertrouwen versus wantrouwen

Soms ben ik het even kwijt. Het vertrouwen in het leven, in mezelf, in mijn medemens. Ik weet dan in mijn hoofd wel hoe het zit maar ik kan het niet voelen, De onrust blijft.

Die onrust zit vooral in mijn hoofd. Ik blijf maar denken en innerlijke dialogen voeren. Ik draai in cirkeltjes rond. Ik pieker me suf en kom er niet uit.
En dan, opeens, merk ik dat ik het een beetje los kan laten. Ik besef dat ik controle probeerde te houden over mijzelf, mijn gedachten, mijn angsten en dat dit niet lukte.

In plaats van controle komt er overgave, of vertrouwen dat het wel goed komt. Ik besef op zo’n moment dat vertrouwen betekent dat ik geen controle heb maar dat dit oké is omdat ik diep van binnen (weer) weet dat het toch goed komt.

Ik zelf heb daar een besef van ‘iets groters dan ik zelf’ voor nodig. Dat er iets, een kracht is, die groter, sterker, is dan ik zelf. Die kracht is alleen maar liefdevol en dragend. Je kan die kracht goddelijk of kosmisch noemen, dat maakt voor mij niet uit.

Cornélie Spijkerboer