Ik zeg het nog maar eens: ‘goed zoals je bent’

Nee, als ik eerlijk ben zeg ik het niet, maar ‘hoor’ ik het de afgelopen dagen weer. Van binnen, wel te verstaan. Altijd fijn en altijd toch weer nieuw.

Ik ben met een nieuwe opleiding bezig en dan kan ik nog wel eens in de modus ‘wat doe ik niet goed’ terecht komen. In dit geval oefen ik al een paar dagen om in een innerlijke ontspanningsoefening ‘een persoon’ te laten opkomen. En dan kijken wat die persoon te melden of te brengen heeft. Want dat hoort erbij, het moet ergens naartoe gaan, zo begrijp ik.
Nu zag ik heel duidelijk allerlei stripfiguur-achtige types langskomen. En steeds met een heel fijne energie of sfeer: rustig, ontspannen, zen, vol overgave, genietend.
Ik denk dan in eerste instantie: ‘Oh, zo zen ben ik helemaal niet geloof ik, daar kan (moet) ik dus iets van leren. Ik doe het vast niet goed.’ Gelukkig werd die gedachte heel snel vervangen door: ‘Voel maar gewoon wat de sfeer is en hoe fijn die voelt. Geniet daar maar van en laat je er maar door voeden.’
Voel je het verschil? Niet ‘wat moet ik leren want ik doe het fout’ maar ‘ik mag me laten voeden’. En wat die voeding inhoudt, daar ga ik dan niet alsnog over nadenken. Nee, alleen maar voelen hoe fijn de sfeer is.
Wat ook fijn is, is om die fijne energie bewust ‘in te ademen’. Me echt voor te stellen dat ik de sfeer inadem. Verder hoef ik er niets mee.
Het verschil zit ‘m voor mij in het moeten (veranderen) versus mogen (ontvangen) maar ook in hoofd of lijf, bedenken of voelen, in denken in tekort of in overvloed, in angst of liefde.