Na regen komt zonneschijn, toch?

Na een ‘hell of a’ kerstvakantie, met heel veel schouderpijn (door spierspanning van de stress) en een fysiotherapeut die met ziekte- en kerstverlof was, én nog de nodige verdrietige familieomstandigheden, gloort er licht.

Weliswaar veroorzaakt door een nieuwe pijnstiller, zo vermoed ik, maar ik val sinds een paar dagen niet meer samen met de pijn of met andere zorgen. Ik voel weer ruimte voor mijn tuin, met heerlijk een zaaiplan maken en zaden bestellen. 

Ooit gehoord van combinatieteelt en wisselteelt? Ik ben er druk mee geweest de afgelopen dagen.

Wat ik weer heb ervaren in de afgelopen weken is dat ik, als ik in pijn of angst zit, ik altijd het gevoel heb dat het nooit over zal gaan. Ik zie geen enkel perspectief. Ik ken dit, een klassiek innerlijkkind-stuk, en weet dat ik er pas als ik er weer uit ben vanuit mijn helikopter naar kan kijken. 

Ik heb dit al mijn hele leven. Voor een kind is dat logisch, die kan nog niet ver vooruit kijken en die heeft zijn omgeving nodig om hem te helpen er aan voorbij te gaan.

Maar een volwassene zou dat zelf moeten kunnen. Zo niet ik en ik weet dat van mezelf. En ik weet dat zelfs als ik er in zit, maar het blijft in zo’n moment pure theorie.

Wat ik daarin heb geoefend de afgelopen weken is hier mild naar te kijken. Mijzelf niet bestraffen dat ik er niet overheen kan kijken, of mijzelf willen veranderen daarin, maar mild kijken en erkennen dat dit zo voor mij werkt. Dat de paniek erbij hoort, bij mij. Of beter, erbij mag zijn. Dat ik oké ben zoals ik ben.

En dat gevoel, dat ik oké ben zoals ik ben, is zó helend want ik ben dan in een staat van onvoorwaardelijke liefde naar mijzelf. Die liefde kunnen voelen is een zeer krachtig medicijn. Misschien dat het dus niet de nieuwe pillen zijn die me lichter maken… Dat is een mooi perspectief!