Slachtoffer

Ik ben vast niet de enige, maar soms ontdek ik iets… zo bevrijdend, en vervolgens denk ik: “maar dat wist ik toch al??”

De laatste tijd ervaar ik weer de verzachtende vrijheid van het mogen voelen wat ik voel. Ook negatieve emoties.
Ik kan helikopteren en zien dat ik de ‘emotie niet ben’ maar de ‘emotie alleen maar heb’. Ik verlies mijzelf er niet in en het gevoel dooft weer uit. Ik zie dat het een oud gevoel is wat het kwetsbare weerloze kind in mij nu raakt. Ik zie ook dat ik een stevige vrouw ben die dicht bij zichzelf blijft en niet meer omvalt, of in ieder geval snel terugveert.
Het is heerlijk om zo te ervaren hoe ik gegroeid ben in mijn leven.

Het kleine meisje wordt nog steeds heel diep geraakt, ik voel me dan volledig overgeleverd aan de waanzin om mij heen, héél eng voor haar en op dat moment zit ik er ook helemaal in vast, maar ik kom er steeds sneller uit, weet steeds sneller de weg naar mijn helikoptertje te vinden om er weer van en afstandje naar te kunnen kijken. En wat ik dan zie is dus dat ik alles mag voelen wat er is, dat dát mij uit mijn kleine meisje haalt.

Deze dagen gaat het over mijn gevoel van slachtofferschap. Dáár zit nog een taboe op zeg! ‘Jij moet altijd sterk zijn’ zei iemand laatst. Ja die ken ik! Nu zie ik dat het mijn kleine meisje is die zich zo voelt en dat helpt enorm omdat ik naar haar toe compassie kan voelen. Zij hoeft nu, in mijn liefdevolle moederblik, niet sterk te zijn. Zij mag kwetsbaar zijn en door dat te erkennen, komt er ruimte en valt het slachtoffer-gevoel zomaar weg.
Dat is steeds weer de waarde van innerlijk kindwerk voor mij.

Cornélie Spijkerboer

Ik hoef niets te doen

Heb jij dat ook wel eens, af en toe, dat er iets verschuift diep binnen in jezelf, dat je opeens iets begrijpt, in je hart, je buik, wat je eerder misschien wel in je hoofd wist maar niet echt be-greep? Ik heb dat heel af en toe.

Ik las een tekst in het boek ‘Een cursus in wonderen’ en dat heet ‘de kleine tuin’.
Heel kort staat daarin beschreven hoe jij in jouw tuin bent. Dor en droog, net als de woestijn buiten de tuin. De dorstige voorbijganger vindt de tuin en komt zich laven in de tuin. Want zodra deze jouw tuin betreedt en jullie elkaar ontmoeten, verandert de tuin in een groene oase.

Tot zover bekend gebied voor me. Ik ken, zeker in mijn werk, de tuin waarin mijn gasten en ik ons kunnen laven, in het gesprek, in de ontmoeting. Ik voel dan de liefde stromen, zeker als ik het gesprek uit kom, kan ik dat zo sterk voelen dat al het aardse gedoe aan ruzies, zorgen, etc. als sneeuw voor de zon verdwijnen.
En toch was ik me niet bewust dat deze diepe liefde ontstond in de ontmoeting met de ander, de andere mens. Het voelde als een soort spirituele wind die door het contact waaide of zo, moeilijk uit te leggen. Maar in de tekst las ik dat het die ander is die ook de onvoorwaardelijke liefde in zijn hart, met zich medebrengt, mijn tuin in. Het is dus de interactie tussen de mensen die die onvoorwaardelijke liefde voelbaar maakt.

Wat is dat toch voor raars, ik ervaar het dagelijks maar begrijp het nu pas. Ook de ander brengt die liefde naar mij…… hoe kan dat, dat ik dat nooit begreep? Dat is even een oud dingetje…. en doet me denken aan mijn wantrouwende structuur. Ik heb het als kind afgeleerd om de ander met open hart te vertrouwen. Daar moet ik altijd zelf het een en ander voor doen, weet niet wat.

Wat ik wel weet is dat er nu een paneel is verschoven vanbinnen! Er ontstaat ruimte voor vertrouwen en overgave aan de andere mens.
Zou de liefde dan toch sterker zijn dan mijn overtuiging van wantrouwen?

Cornélie Spijkerboer

Ontmoeten in kwetsbaarheid

We kennen allemaal wel de metafoor van de rups die, door het naar binnen keren, groeit en zo, als sterke stralende vlinder, uit haar cocon komt kruipen om de wereld een stukje mooier te maken.

Deze metafoor ben ik zo vaak tegen gekomen dat ik hem een beetje cliché ging vinden en het wat gênant vond om hem te gebruiken. Maar ja, een cliché is niet voor niets een cliché, er zit dus waarheid in.

De gêne voorbij ga ik maar eens voelen wat de metafoor met me doet en dan kom ik bij kwetsbaarheid. De tere vleugels, door de prachtige kleuren een makkelijke prooi, de korte levensduur. Ja, die prachtige kleuren, die maken de vlinder ook kwetsbaar voor hapgrage vogels. En toch staat de vlinder in de metafoor voor de krachtige transformatie die de groeiende mens doormaakt.

Zou groei en prachtige kracht dan samen gaan met kwetsbaarheid? En ja, dat weten we eigenlijk ook allemaal wel. Dat we, juist in onze kwetsbaarheid, als we die laten zien, een prachtige kracht uit kunnen stralen waar de ander even stil en zacht van kan worden. En in die verwondering, stilte en zachtheid ontstaat een moment waarin we de ander kunnen ontmoeten, beseffend dat we aan elkaar gelijk zijn, beiden kwetsbaar maar ook zo mooi in onze eigen kleurenpracht.
Wellicht is de transformatie van ons als vlinder pas voltooid als we ook de ander in datzelfde proces kunnen ontmoeten.

Cornélie Spijkerboer

Afscheid

Als kind en als jonge vrouw was ik intens verdrietig als de vakantie afliep. Als kind verlangde ik het hele jaar naar de grote vakantie. Zes weken vrij van school en het dagelijkse keurslijf!

Als jonge vrouw, drie weken naar Frankrijk, wilde ik de laatste dag nog volop genieten van het niets hoeven doen en pas op het laatste moment inpakken en vertrekken. Het verdriet van het naderend einde raakte me elk jaar weer diep.

Maar waar was ik nou zo verdrietig om? De vriendinnetjes die ik maakte? De Franse taal en baguettes die ik ging missen? Ja, ook wel, maar dat was toch meer een zoet missen. Het echte missen was de vrijheid die de vakantie mij als kind gaf. Het kunnen doen waar ik zin in had en waar ik plezier in beleefde.
Als jonge vrouw miste ik de onspannen verbinding die ik met mijn vriendje in de vakanties voelde. School, studie, later werk, duwden mij en mijn geliefden terug in een keurslijf vol stress en daarmee afgesnedenheid.

En nu? Ik schrijf deze column op mijn laatste vakantiedag en mijmer over hoe anders die nu is dan vroeger. Ontspannen inpakken, fluitend opruimen. Ben ik niet meer bang om de verbinding of de vrijheid te verliezen? Blijkbaar kan ik die zo verlangde vrijheid en verbinding nu beter in mijzelf vinden en ben ik minder afhankelijk van de vakantieplek of het humeur van mijn vriendje (nou… daar valt nog wel iets in te winnen ;-)).

Maar ik ben ook zielsdankbaar met mijn huidige werk. Ik doe, sinds 20 jaar, wat ik ten diepste echt wil en dat gaat altijd en alleen maar over verbinding maken met de mensen om mij heen. Dat ik dit werk nu samen met Hans, mijn man doe, levert dubbele verbindingswinst op!
De onrust die ik deze vakantie wel voelde, steeds meer naar mate het einde naderde, over wat de werktoekomst ons brengen gaat, heeft blijkbaar mijn basisgevoel van vrijheid en verbinding niet aangetast. Dat doet me deugd omdat ik een beetje bang was dat ik in een fuik van (marketing-) moetens terecht zou komen. Niet dus!

Cornélie Spijkerboer

Bevrijding van schuld

In de vorige column schreef ik over het thema bevrijding. Wat ik toen niet noemde was mijn bevrijding van schuld.

Ik voel(de) me dagelijks vele malen schuldig naar de mensen om me heen. Ze zullen last hebben van wat ik zeg of doe. Mijn spontaniteit en mijn denken, mijn contrôle en mijn ongeordendheid. You name it en ik voelde me schuldig. Naar Hans of de kassière, maakt niet uit.
Ik dacht altijd dat ik me schuldig voelde om wat ik deed. En als ik mij schuldig voel ga ik mijn gedrag verdedigen. Daar komt ruzie van en voel ik mij opnieuw schuldig. Schuld ontstond dus in de relatie met de ander, zo dacht ik, om wat ik hen aandeed.

Nu besef ik dat mijn schuldgevoel niet met mijn gedrag te maken heeft. Mijn schuldgevoel zit dieper, ik denk schuldig te zijn. Gek genoeg lost dat besef iets op. Het maakt mij onafhankelijk van mijn gedrag of van de reactie van de ander. Hoef ik me ook niet meer te verdedigen.
In mij groeit het besef dat schuld niet bestaat. Omdat wij mensen liefde zijn.

De beroemde tekst over het loslaten van je angst om te stralen* begreep ik niet toen ik hem voor het eerst las. Later dacht ik dat het om mijn daden ging en vond ik dat eng. Ik was bang om mijn kop boven het maaiveld uit te steken zodat die eraf gehakt kon worden. (Die angst herken ik trouwens bij velen.) Nu lees ik in de tekst dat Ik mag stralen in wie ik ben, in de liefde die ik ben. Die liefde straalt uit in mijn daden. Ik voel me vrij en ik weet me geliefd in wat ik doe. Wat wil je nog meer?!

Cornélie Spijkerboer

* Onze grootste angst is niet dat we onvolmaakt zijn.
Onze grootste angst is dat we mateloos krachtig zijn.
Het is ons licht, niet onze schaduw, die ons het meest beangstigt.
We vragen onszelf: wie ben ik om briljant te zijn,prachtig, talentvol, fantastisch?
Maar, wie ben jij om dat niet te zijn?
Je bent een kind van God.
Je onbelangrijk voordoen bewijst de wereld geen dienst.
Er is  niets verlichts aan je klein maken opdat andere mensen zich bij jou niet onzeker zullen voelen.
We zijn allemaal bedoeld om te stralen als kinderen.
We zijn geboren om de glorie van God die in ons is, te openbaren.
Die is niet alleen maar in sommigen van ons: die is in iedereen!
En als wij ons licht laten stralen, geven we onbewust andere mensen toestemming hetzelfde te doen.
Als wij van onze eigen angst bevrijd zijn, bevrijdt onze aanwezigheid vanzelf anderen.

Nelson Mandela in zijn inaugurele rede
Tekst is ontleend aan ‘Een cursus in wonderen’

Er gaat pas een nieuwe deur open als je de oude deur hebt dichtgedaan.

Deze klassieker heeft ons in de afgelopen weken geholpen bij het nemen van een besluit. We gaan afscheid nemen van de trainingen die we samen 18 jaar hebben gegeven bij de beroepsopleiding SPSO.

Een winter met aanhoudende griep hielp ons bij dit besluit maar in de kern voelden we gewoon dat het klaar was.
We doen daarmee een deur dicht naar een fase die belangrijk en enorm inspirerend voor ons is geweest. We voelen ons rijk en gezegend met de vele studenten die we in die jaren hebben leren kennen, vaak op een zeer persoonlijke en kwetsbare manier. Die ontmoetingen nemen we mee in ons hart.

‘Gaan we dan met pensioen?’ vragen sommigen zich af. Nee zeker niet! We gaan het wel een beetje rustiger aan doen. Voor Hans zitten de trainingen er op, ik ga nog een tijdje door met de derde/vierdejaars studenten in training en supervisie. Ook leertherapie blijven we beiden doen. Maar Hans wordt 65 èn er zijn nieuwe deuren die lonken om open te gaan.

Daarover kan ik alleen voor mezelf spreken.
Na onze laatste samen-train-dag, hadden we een weekje vrij en hebben alle gevoelens en herinneringen aan de afgelopen 18 jaar de revue laten passeren. En, zonder daar naar te zoeken, diende zich luid en duidelijk de richting aan waarin de nieuwe deur voor mij open gaat, namelijk die van de intuïtie en spiritualiteit. Daar wil ik me zielsgraag nog verder in ontwikkelen. In de eerste plaats voor mijzelf maar dat zal zeker zijn weerslag krijgen in mijn professionele ontwikkeling.

Deze nieuwe deur staat al een tijdje op een ruime kier. Een aantal leraren hebben mij tot nu toe in dit proces begeleid. Het wordt me steeds duidelijker dat mijn thema hierin BEVRIJDING is. Bevrijding van mijn intuïtie (Nienke Binkhorst en Janneke Leber), bevrijding van mijn denken en mijn geest (Een cursus in wonderen), bevrijding van mijn ademhaling en mijn hart (Odilia van Doorn), bevrijding van mijn stem (Lambert Mutsaers), en last but not least, de bevrijding van mijn innerlijke vrije kind (onze kleinkinderen).
Misschien nog belangrijker zijn alle studenten (en cliënten) die mij elke dag helpen om nog meer te vertrouwen op mijn intuïtie.

Ik ben heel benieuwd welk landschap zich gaat ontvouwen als de deur verder opengaat. Ik verheug me hier op!

Cornélie Spijkerboer

Mijn moeder is mijn moeder



Mijn moeder is mijn moeder
Zij gaf mij het leven, bij mijn geboorte
Maar zo blij was ik daar niet mee
Ik werd een angstig kind.

Bang het fout te doen of fout te zijn.
Bang haar liefde te verliezen.

Mijn moeder is mijn moeder.
Zij gaf mij haar angsten,
daar kon ze niets aan doen.
Ook zij was een angstig kind.

Bang het fout te doen bij haar moeder.
Bang haar liefde te verliezen.

Mijn moeder is mijn moeder.
Zij gaf haar leven, aan mij, toen zij stierf.
Niet meer bang maar nieuwsgierig naar de andere kant
en vol liefde voor de dochter
die ze zo zielsgraag gelukkig wilde zien.

Cornelie Spijkerboer

Voorjaar

Bijna schieten de planten weer uit de grond.
Hoopvol? Ja, voor mij zeker. Het staat symbool voor nieuw en voor hoop.

Of dat voor iedereen zo is weet ik niet. Dat is maar hoe je het ervaart, niet meer en niet minder. Iets nieuws betekent alles behalve stilstand.
Wat dat betreft zijn de seizoenen een mooi voorbeeld. Altijd beweging. Een mooie cyclus.
Voorjaar betekent een vooruitblik op een nieuw jaar. Er zal weer van alles gebeuren. Wat, weten we nog niet. Spannend!

Hans Mennes

Over grenzen

Ik ken mijzelf als een grensverlegger. Rond mijn pubertijd zocht ik de grenzen op van ‘seks, drugs en rock ’n roll’. Dat kwam daarna wel tot rust maar het grenzen opzoeken is een thema gebleven.

Bijvoorbeeld in hoe ik mijn energie verdeel.
Ik kan mij grenzeloos in een project storten. Doe daarbij een flinke snuf Calvinistisch doorzettingsvermogen en de burn-out ligt op de loer.

Die burn-out kwam, jaren geleden, via een whiplash, en sindsdien probeer ik me te gedragen. Het voelt als netjes binnen de lijntjes kleuren terwijl ik er eigenlijk overheen wil. Dat doe ik dan ook soms.

Nu had ik mij weer zo volledig in een leuk nieuw werkproject gestort, dat ik er letterlijk misselijk en ziek van werd. Dat was wel een wake-up call! Ja, het is heerlijk om zo ergens helemaal voor te gaan maar dat hoeft toch niet zo destructief te eindigen?!
Wat is die kracht? Alsof begrenzen voor mij gevaar inhoudt.

Ja…. zo voelt dat… en ik besef waar ik dat eerder zo voelde. In mijn moeders buik was er te weinig voeding voor mij. Die plek, die een veilig nestje zou moeten zijn, was onveilig voor me. Ik denk dat mijn angst om ‘het feestje te missen’ uit deze vroege ervaring stamt.
Aha, nu weet ik ook wat de misselijkheid mij te zeggen had! Het was een uitnodiging om mij over te geven aan mijn grenzen. Wat een bevrijdende gedachte.

Cornélie Spijkerboer

Verbinden in vrijheid

Als typische maximiser (verlatingsangst) zoek ik altijd de verbinding. Ik doe dat al van kinds af aan en het is dan ook een kwaliteit van me geworden.

Maar deze kwaliteit heeft ook een schaduwkant (zoals elke zonnekant zijn donkere kant heeft) en dat is dat ik mij niet veilig voel als er geen verbinding is. Het wordt soms een moeten ontmoeten!

Die onveiligheid stamt uit mijn vroege kinderjaren en ik besef dat ik hier zelf iets in kan doen. Ik mag mezelf toestemming geven om uit verbinding te zijn. 
Dit voert mij, zoals bijna altijd, terug naar mijn relatie met mijn moeder. Met haar voelde ik een verbindingsdwang.

Hoe zou het zijn om mezelf, als klein meisje alsnog toestemming te geven om niet van haar te hoeven houden? Poe, hier krijg ik het warm van….Vanuit die vrijheid kan ik me dan opnieuw gaan verbinden. 
Verbinden in vrijheid.

Cornélie Spijkerboer