Ik ben, in mijn hoofd, steeds minder bang voor kritiek. Nee, dat klopt niet… Ik weet in mijn hoofd steeds beter dat de kritiek niet over mij gaat, dat ik oké ben. Dat geeft rust. En toch blijft er een onrust in mij hangen, blijft het sluimerende conflict steeds in mijn achterhoofd aanwezig.
Ik besef dat dit niet meer gaat over mijn mentale zelfbeeld. Er is een diepere laag die de onrust veroorzaakt. Wat is die laag? Ik voel het in mijn hart, keel en buik. Het is de angst verlaten te worden en dat de verbinding wordt verbroken. Deze angst voert terug naar vroeger toen ik kind was en mijn moeder uit contact kon gaan. Wat ik ook deed: smeken, overtuigen, ruzie maken, ze was dan onbereikbaar. Ze draaide altijd wel weer bij, met name als ik mij overgaf en ‘spijt betuigde’. Zo herinner ik het mij in ieder geval.Spijt betuigen hoef ik nu niet meer van mezelf maar wat ik wel doe is dat ik oefen om de onrust die er is, de angst voor verlies, werkelijk te zien, er even bewust bij stil te staan en te doorvoelen. Dan merk ik dat de onrust minder wordt. Ik val niet meer samen met de angst, ik kan er naar kijken vanuit mijn helikoptertje en ik kan het gevoel er gewoon laten zijn zonder dat het me verteert.
Cornélie Spijkerboer