We kennen allemaal wel de metafoor van de rups die, door het naar binnen keren, groeit en zo, als sterke stralende vlinder, uit haar cocon komt kruipen om de wereld een stukje mooier te maken.
Deze metafoor ben ik zo vaak tegen gekomen dat ik hem een beetje cliché ging vinden en het wat gênant vond om hem te gebruiken. Maar ja, een cliché is niet voor niets een cliché, er zit dus waarheid in.
De gêne voorbij ga ik maar eens voelen wat de metafoor met me doet en dan kom ik bij kwetsbaarheid. De tere vleugels, door de prachtige kleuren een makkelijke prooi, de korte levensduur. Ja, die prachtige kleuren, die maken de vlinder ook kwetsbaar voor hapgrage vogels. En toch staat de vlinder in de metafoor voor de krachtige transformatie die de groeiende mens doormaakt.
Zou groei en prachtige kracht dan samen gaan met kwetsbaarheid? En ja, dat weten we eigenlijk ook allemaal wel. Dat we, juist in onze kwetsbaarheid, als we die laten zien, een prachtige kracht uit kunnen stralen waar de ander even stil en zacht van kan worden. En in die verwondering, stilte en zachtheid ontstaat een moment waarin we de ander kunnen ontmoeten, beseffend dat we aan elkaar gelijk zijn, beiden kwetsbaar maar ook zo mooi in onze eigen kleurenpracht.
Wellicht is de transformatie van ons als vlinder pas voltooid als we ook de ander in datzelfde proces kunnen ontmoeten.
Cornélie Spijkerboer