Ik ben er wel klaar mee

Ik moet de laatste tijd steeds denken aan een dierbare vriendin die jaren in psychoanalyse was. Ze vertelde, met de nodige droge humor, hoe haar dat bevallen was:

“Na jaren over steeds weer dezelfde problemen klagen tegen mijn therapeut, was ik het zo zat dat ik dacht: “Nu moet het maar eens afgelopen zijn”. En toen kon ik het loslaten en was ik klaar met de therapie.”

Zo iets dergelijks overkwam mij deze zomer. Tijdens mijn vakantie liep ik nogal vast in mijn – steeds terugkerende – thema: geen vertrouwen in mij zelf of het leven. Ik was het tegen het eind van de vakantie zo zat dat ik opeens het hele zaakje over mijn schouder gooide en dacht: “Ik stop ermee om mijn leven te vergooien aan oude angsten waarvan ik al lang weet dat ze niet meer gelden.” 
Sindsdien komt er elke dag wel een moment voorbij dat ik merk: “Hé, ik zou nu eigenlijk bang moeten worden maar dat ben ik eigenlijk helemaal niet!” 

Cornélie Spijkerboer
P.S. De sleutelbloem staat symbool voor vertrouwen

Regeren is vooruitzien, toch?

Ik schreef er al eerder over, leven in het hier en nu. Ik blijf oefenen en merk dat het goed gaat de laatste tijd. Ook merk ik waarom ik het, toch ook vaak, nog moeilijk vind.

Als ik werkelijk in het hier en nu leef en bijvoorbeeld geniet van een vrije dag, van de zon, van samen zijn met de (klein) kinderen, dan zitten er allemaal stemmetjes in mijn hoofd die dingen zeggen als: ‘Ja maar je hebt vandaag geen geld verdiend’ of: ‘Ja maar dat is een triviaal genoegen waar je nu van geniet. De dingen die er echt toe doen in het leven, zijn niet zo licht hoor!’

Achter die stemmetjes klinkt een oude(r)stem die me influistert dat het leven nu eenmaal hard werken is en als ik anders wil geloven ben ik lichtzinnig en onverantwoord bezig. Regeren is vooruitzien!

Leven in het moment is volgens dat stemmetje dus onverantwoordelijk. Dat klinkt me bekend Nederlands in de oren. Als kind leerde ik dat mensen uit warme landen in Afrika, veel meer leefden van dag tot dag. Dat ze het daardoor armer hadden dan wij werd er niet hardop bij verteld maar die boodschap zat er wel een beetje achter.

Ik besef nu dat dat schrikbeeld van die armoede me behoorlijk heeft beïnvloed.

Cornélie Spijkerboer

Rouwen of douwen

Afgelopen week stond in het teken van rouw. We hebben onze zwager ten grave gedragen. Letterlijk, met man en vrouwkracht geleid, getild en in het graf neergelaten. Wat was dat mooi, stil, sereen, intiem en ontroerend.

De hele week, zo hadden we afgesproken, zou in het teken van deze begrafenis staan, we namen er de tijd voor. Stilstaan, echt stilstaan bij wat we voelden, bij het bij elkaar komen, bij het herinneringen ophalen.
Tussendoor gewoon gewerkt, dat wel maar dat kon ook, door op de momenten dat we bij onze zwager en zijn familie waren, daar ook echt te zijn.

Hoe anders heb ik dit in het verleden ook wel ervaren. Ik schoot dan in de actiemodus, om maar niet te hoeven voelen, besef ik nu.

Dit stilstaan bij wat ik voel pas ik de laatste weken veel toe. Ik stop dan mijn ongerichte gedachten en focus mij op wat ik voel en op mijn ademhaling die ik naar het gevoel toestuur. Meer niet.
Onlangs besprak ik deze methode nog met een cliënt en die zij dat ze het zo moeilijk vond om haar gedachten te stoppen. Ja, beaamde ik, bij deze methode stop je ook niet echt met denken, dat kan bijna niemand maar je richt nu je denken op het gevoel (waar in je lichaam voel ik het), geeft het een naam (ik voel mijn keel dichtknijpen) en stuurt je ademhaling naar die plek toe (ik adem nu naar mijn dichtgeknepen keel). Volop gedachten dus maar nu met een heilzaam effect. Ik voel me rustiger en steviger en ‘meer bij mezelf’. Mooi toch? 

Cornélie Spijkerboer

Genieten

Tijdens de financiële crisis van de afgelopen jaren kon ik het hoofd goed koel houden. Onze praktijk fietste er zonder kleerscheuren doorheen. Maar nu er een nieuwe crisis dreigt, raak ik uit balans.

Ik verlies mijn vertrouwen en schiet in een controlekramp.
Ik ben blij met elke positieve ontwikkeling in onze praktijk en grijp die (letterlijk) aan om in de actie te schieten. Daarbij verkrampen mijn schouders.

Inmiddels weet ik dat deze actiekramp niet veel nut heeft. Ik word er alleen maar heel erg moe van en krijg pijn in mijn nek. Ik kan veel beter vertrouwen op de stroom zoals die zich aandient. Gebeurt er iets moois, laat ik daar dan vooral van genieten en kijken wat de dag van morgen brengt. 

Maar betekent dat dan dat ik niets mag doen? Laat ik dan geen kansen liggen? Vanuit mijn oude overlevingsmechanisme ‘wantrouwen’ denk ik dat.

Het overlevingsmechanisme voorbij, weet ik dat ik er juist kansen mee creëer. Genieten van het goede van dit moment, schenkt vreugde, rust en vertrouwen. Van daaruit kom ik in mijn innerlijke kracht en doe ik vanzelf mooie dingen met de kansen die ik krijg. En dan zonder pijn in mijn nek.

Cornélie Spijkerboer

Ik hou van mijzelf!

k heb nu al twee keer in korte tijd een zelfde sensatie gehad. Ik kom ergens binnen in een groep mensen en wordt heel enthousiast begroet door de gastvrouw.

k voel me enorm welkom! Dat gevoel is nieuw en het verrast me!
Ook thuis, bij Hans, voel ik me nu geliefder maar ook als ik terugdenk aan mijn ouders.

Terugkijkend op mijn leven, overzie ik een chronische angst om niet geliefd te worden en er niet bij te horen… Wat heb ik een boel liefde gemist, niet gezien! 

En nu is er dus iets fundamenteel aan het verschuiven in mijn innerlijke wereld. Zou dit komen omdat ik leer om meer van mezelf te houden? Ja, daar ben ik eigenlijk wel van overtuigd. Zolang ik niet van mezelf kan houden, kan ik me niet voorstellen dat een ander wel van mij houdt. Wat een projectie! 

Cornélie Spijkerboer

Bevrijding

Mijn moeder was een feministe. Een strijdbare, ook binnen het gezin. Ik kon niet ongestoord opgroeien tot jonge vrouw. Ik moest iets anders worden dan mijn natuur mij ingaf. Maar de natuur riep en ik scheurde me los van moeders invloed.

Ik moest niets meer hebben van ‘vrouwengroepen’ of welke vorm van ‘bevrijdende vrouwenactiviteiten’ dan ook. Tot voor kort. 

Ik besef nu dat mijn ontwikkeling als vrouw ook leuk kan zijn en inspirerend. Gericht op heelwording in plaats van op strijd. Gericht op mijn bevrijding, niet van de onderdrukkende man maar van mijn angsten en zelfonderdrukking.

Mijn moeder is al ruim vier en twintig jaar dood en zo ongeveer in het harnas gestorven. Was ze blijven leven dan was ze misschien meegegroeid in deze meer spirituele fase van de vrouwen- en mannenbeweging en had ze mij daarin alsnog kunnen inspireren. 
Hoe het ook gegaan zou zijn, ik ben nu blij met mijn nieuwe inzicht. En bevrijd van mijn moeders strijd, dat is een mooi begin.

Cornélie Spijkerboer

Wereldleed

Soms raak ik overvoerd door alle interessante facebook berichten over BELANGRIJKE zaken die in de wereld spelen. Zo ook vandaag.

Vrije dag, lekker aanlummelen, dus ook even kijken wat mijn facebookvrienden te melden hebben. Voor ik het weet zit ik tot mijn nek in de klimaatproblemen, onverantwoordelijke overheden, vluchtelingenproblemen, hufters, et cetera. Ik kan elke dag wel een petitie tekenen tegen het een of ander onrecht.

Ik voel me aangesproken. Ik moet mijn stem laten horen anders gaat de wereld ten onder!
Dat gaat hij toch wel, als je daar tenminste in gelooft maar dat dat gebeurt zonder dat ik heb geprobeerd daar iets tegen te doen, dát kan en mag ik niet laten gebeuren… 

Wat gebeurt hier toch met mij? In een kort contemplatiemoment op de wc besef ik dat dit een oude overtuiging is die ik uit mijn jeugd heb meegekregen. Niet dat mijn ouders tegen me zeiden dat ik de verantwoordelijkheid voor de hele wereld op mijn nek moest nemen, nee het waren heel verstandige mensen, maar blijkbaar heb ik wel die conclusie getrokken.

Ik overweeg of ik dan maar met facebook moet stoppen. Néé, veel te ongezellig. Wel neem ik me voor al het wereldleed dat langskomt wat meer van mij af te laten glijden. Ik ben verantwoordelijk voor mijzelf en mijn innerlijke wereldvrede en dat is voor mij genoeg.

Cornélie Spijkerboer

Gezien worden

Laatst zag ik een foto van een meisje dat een grote schaal koekjes uit mocht delen. Het was duidelijk een belangrijke gelegenheid. Ze was verkleed als engeltje en ze keek zo trots in de camera!

Toen ik me voorstelde wat haar zo trots maakte kwam ik op de woorden ‘ik word gezien’. Dit raakte me. Ik voelde hoe het meisje in mij ook graag gezien had willen worden en ik herinnerde me een voorval in de eerste klas lagere school.

In die tijd, nog geen social media in 1968!, mochten kinderen de klassen rond met een gevonden voorwerp. Dat wilde ik ook.
Lang hoopte ik iets te vinden waarmee ik ook de klassen rond zou mogen gaan. Ik begreep niet waarom ik dit zo graag wilde. Nu snap ik het.

Ik wilde zo graag gezien worden dat ik uiteindelijk een knoop, die ik had ‘gevonden’ in mijn moeders knopendoos, meenam naar school. Ik voelde ergens wel dat het niet echt een goed plan was maar het verlangen was te groot. Ik mocht de klassen rond, in de hoop de rechtmatige eigenaar te vinden van de knoop. Dat ik werd uitgelachen door de meester van de hoogste klas maakte het er niet beter op.

Het ontroert me dat ik het kleine meisje in mij nu kan zien en haar in mijn armen kan sluiten.

Cornélie Spijkerboer

Vertrouwen versus wantrouwen

Soms ben ik het even kwijt. Het vertrouwen in het leven, in mezelf, in mijn medemens. Ik weet dan in mijn hoofd wel hoe het zit maar ik kan het niet voelen, De onrust blijft.

Die onrust zit vooral in mijn hoofd. Ik blijf maar denken en innerlijke dialogen voeren. Ik draai in cirkeltjes rond. Ik pieker me suf en kom er niet uit.
En dan, opeens, merk ik dat ik het een beetje los kan laten. Ik besef dat ik controle probeerde te houden over mijzelf, mijn gedachten, mijn angsten en dat dit niet lukte.

In plaats van controle komt er overgave, of vertrouwen dat het wel goed komt. Ik besef op zo’n moment dat vertrouwen betekent dat ik geen controle heb maar dat dit oké is omdat ik diep van binnen (weer) weet dat het toch goed komt.

Ik zelf heb daar een besef van ‘iets groters dan ik zelf’ voor nodig. Dat er iets, een kracht is, die groter, sterker, is dan ik zelf. Die kracht is alleen maar liefdevol en dragend. Je kan die kracht goddelijk of kosmisch noemen, dat maakt voor mij niet uit.

Cornélie Spijkerboer

Het duiveltje in mijzelf

Wie kent het duiveltje niet dat af en toe, op onze schouder, roet in het eten gooit? Hij tettert in ons oor of zet ons aan om dingen te doen.
We willen dit monstertje niet maar het is er toch, in al zijn heftigheid.

Laatst zag ik dit duiveltje weer eens op mijn schouder zitten (in gedachten dan hè) en in plaats van negeren, keek ik eens goed naar hem.
Hoe meer ik keek, hoe nieuwsgieriger ik werd en hoe leuker het ook werd om naar hem te kijken. Ik vond hem wel grappig, zo’n klein opgewonden standje op mijn schouder. De stoom kwam uit zijn oren en hij sprong opgewonden op en neer. Hij zwaaide vervaarlijk met zijn kleine drietand!

En toen gebeurde er iets wonderlijks. Het duiveltje kwam tot rust. De stoom daalde neer, hij stopte met springen en liet zijn drietand zakken.

Wow!, ik realiseerde me dat, door mijn innerlijke duiveltje te erkennen en er zelfs liefdevol naar te kijken, hij zijn destructieve kracht verloor. Hij wilde alleen maar gezien worden.

Cornélie Spijkerboer