Grootmoeder

Laatst kwam in een reading mijn grootmoeder ‘langs’. Op zich al bijzonder omdat ik tot nu toe nooit veel bij haar voelde. Ze was voor mij een keurige dame, een beetje afstandelijk, zonder uitgesproken mening.
Maar nu kwam ze me heel duidelijk en enthousiast vertellen hoe geweldig ze de opleiding mediumschap vindt, én dat ik dat nu doe. Dat was een heel fijne bevestiging waarvan ik voel dat ik die goed kan gebruiken. Ik mag los!

De weken erna voelde ik de behoefte ontstaan om naar binnen te keren en te verzachten. Ik stond al een tijdje in de actieve, ‘harde’ stand. Niet verkeerd op zich maar bij mij betekent dat vaak dat ik ook minder voel wat er van binnen gebeurt.

Zoals dat dan gaat, trok ik ergens een kaart die me uitnodigde mij te wenden tot god-de-moeder en te vragen om haar zachtheid.
Die was raak, dus dat ben ik gaan doen.
In een paar eerdere mediamieke ervaringen (contacten met overledenen) had ik ook al de liefdevolle nabijheid van een oom én een tante uit dit gezin gevoeld. En vanmiddag voelde ik opeens de nabijheid van mijn grootmoeder en haar hele gezin. Waar ik dit gezin (als eenheid) altijd heel intellectueel en afstandelijk had ervaren, voelde het nu zo vanzelfsprekend dat ze mij kwamen steunen. Juist in die verzachting.
Wat een krachtenbundeling van de andere kant! En zo passend bij de saamhorigheid die ik ook altijd voelde (ze zijn inmiddels bijna allemaal overleden) tussen deze broers en zussen van mijn vader.
Bijzonder toch, hoe mijn vaders familielijn mij juist weer bij mijn vrouwelijke, zachte, innerlijke kracht brengt.

Cornélie Spijkerboer

(Oer)moeder

Ik voel een leegte, vul hem al weken op met drukte, wat niet helpt om hem te dempen, wel om er omheen te dansen en te genieten van de productie.


Zo belde onze dochter om even te sparren over een oefening die ze in haar hoofd had voor de moeders die zij begeleidt. Iets met een ontmoeting met de oermoeder én met je eigen moeder. We deden de oefening om het te ervaren. En wat ik toen leerde is dat het beeld van de oermoeder voor mij als vanzelfsprekend is: een warme, stevige moeder met grote armen waar ik in weg kan kruipen. Toen ik het beeld van mijn moeder opriep miste ik nou juist deze armen. Hm…, zou ik mijn moedergemis op mijn oermoederbeeld projecteren? En zou dat voor iedereen zo zijn? Voor onze dochter in ieder geval ook. En wat ik tegen haar zei, geldt ook voor mij: Deze oermoeder zit ook in mijzelf.
En toen had ik vannacht een droom waarin mijn moeder verscheen. Zij liet mij opnieuw weten dat ‘het goed is’. Die boodschap geeft ze me al dertig jaar door
(sinds haar overlijden, vanaf de andere kant) en langzaam aan ga ik een beetje voelen wat ze bedoelt, welk geschenk ze mij ermee geeft. Ik voelde vannacht hoe ze zich over mij heen boog, in een beschermende, koesterende en veiligheid biedende houding. Wow, wat een kracht, wat is ze nog dichtbij me, en wat
bekommert ze zich nog om mij, na zoveel jaren. Alleen dát is al zo helend.

Cornélie Spijkerboer

Ik zeg het nog maar eens: ‘goed zoals je bent’

Nee, als ik eerlijk ben zeg ik het niet, maar ‘hoor’ ik het de afgelopen dagen weer. Van binnen, wel te verstaan. Altijd fijn en altijd toch weer nieuw.

Ik ben met een nieuwe opleiding bezig en dan kan ik nog wel eens in de modus ‘wat doe ik niet goed’ terecht komen. In dit geval oefen ik al een paar dagen om in een innerlijke ontspanningsoefening ‘een persoon’ te laten opkomen. En dan kijken wat die persoon te melden of te brengen heeft. Want dat hoort erbij, het moet ergens naartoe gaan, zo begrijp ik.
Nu zag ik heel duidelijk allerlei stripfiguur-achtige types langskomen. En steeds met een heel fijne energie of sfeer: rustig, ontspannen, zen, vol overgave, genietend.
Ik denk dan in eerste instantie: ‘Oh, zo zen ben ik helemaal niet geloof ik, daar kan (moet) ik dus iets van leren. Ik doe het vast niet goed.’ Gelukkig werd die gedachte heel snel vervangen door: ‘Voel maar gewoon wat de sfeer is en hoe fijn die voelt. Geniet daar maar van en laat je er maar door voeden.’
Voel je het verschil? Niet ‘wat moet ik leren want ik doe het fout’ maar ‘ik mag me laten voeden’. En wat die voeding inhoudt, daar ga ik dan niet alsnog over nadenken. Nee, alleen maar voelen hoe fijn de sfeer is.
Wat ook fijn is, is om die fijne energie bewust ‘in te ademen’. Me echt voor te stellen dat ik de sfeer inadem. Verder hoef ik er niets mee.
Het verschil zit ‘m voor mij in het moeten (veranderen) versus mogen (ontvangen) maar ook in hoofd of lijf, bedenken of voelen, in denken in tekort of in overvloed, in angst of liefde.
 

Zit er nog iets tussen controle en overgave?

‘Stap voor stap’, dat hoor ik mijzelf vaak zeggen de
laatste weken.
Mijn leven is op het moment een rollercoaster van
intense gebeurtenissen en processen. Man vervroegd
met pensioen met gezondheidsklachten die ons om de
oren slaan; ik 60 geworden met juist het gevoel dat ik
aan mijn derde leven begin (wat een energie,
levenslust en inspiratie komt er vrij!); afscheid van
mijn prachtige oude buitentuin en nieuw begin in mijn
kersvers omgespitte volkstuin; nieuwe opleiding en
diepteduik in mijn vakontwikkeling… Kortom, hollen
en stilstaan, niet weten en plannen maken, angst en
vertrouwen.

In alle spannendheid, leuk en niet leuk, voel ik mijn bonkend hart en stel mijzelf de
vraag ‘is dit erg, ga ik te hard, is het niet te veel, kan ik het nog aan?’ Ik geef ook
deze vraag maar over in en aan het niet weten en ik besef opeens dat er iets zit
tussen controle en overgave. En dat is ‘de stap’. De eerstvolgende stap kan ik
overzien en zetten. Verder overzie ik het niet.
Het gekke is dat ik er toch ook rustig onder ben, ondanks het bonkend hart. En ik
besef dat de rust te maken heeft met overgave. Het is zoals het is, ik heb niet meer
invloed dan ik heb en dat is weinig, alleen over de eerstvolgende stap.
Zo zeg, dat is even wennen! Ik ben toch echt wel een controletype en sta versteld
van mijn overgave aan de chaos. Soms denk ik: ‘Dit gaat niet goed, ons
huishouden verzand in chaos, help!’ Maar in een helder moment besefte ik ook:
‘Nee, dit is geen chaos, dit is leven in het moment. Geef je maar over, het is veilig,
veiliger misschien wel dan te proberen controle te houden over dingen (in de
toekomst), wat immers helemaal niet kan!’ Oké, goed plan, ga ik doen.

Eerst verbinden of eerst positie innemen?

In een bijscholing vorige maand leerde ik dat wij hulpverleners – maar dat geldt voor heel veel mensen denk ik – eerst verbinden en dan pas positie innemen. We willen de relatie goed houden (verbinden) en zeggen pas daarna wat we willen of voelen (positie innemen).
Dat betekent echter dat we ons, in die verbinding, vaak al deels hebben ‘weggegeven’ en dus onze positie eigenlijk niet goed meer in kunnen nemen. We weten eigenlijk niet meer wat we nu zelf willen of we durven ons niet uit te spreken uit angst de verbinding te verliezen.

Herken je dat? Nou ik in ieder geval wel. Ik ging er eens op letten en merkte dat ik, bijvoorbeeld in mijn relatie met Hans, vaak in gedoe kom als ik mij uitspreek. Dat wist ik al wel, van dat gedoe, maar ik kon het niet goed keren.  Nu ik erop ging letten, merkte ik dat ik, door te beginnen met verbinding, uít mijn kracht raak als het om de positionering gaat. Ik ga dan soort van smeken of eisen. Ik wil dan eigenlijk dat Hans mij toestemming geeft om mijn positie in te mogen nemen. Zo probeer ik, via de achterdeur van de verbinding, toch te krijgen wat ik wil. Alleen is het geen echte verbinding natuurlijk, verre van.

Wat wél werkt, heb ik nu een paar weken uitgetest, is eerst van binnen verbinding maken met wat ik wil of voel, en mijzelf daar toestemming voor geven, en van daaruit positie in nemen. Ik merk dan dat ik heel rustig en assertief en zonder geheime agenda’s zeg wat ik wil. Ik blijf daarmee heel zuiver trouw aan mijzelf. Krijg ik niet wat ik wil dan heb ik niet zoveel verloren. Ik ben voor mijzelf gaan staan en dat blijkt eigenlijk het allerbelangrijkste te zijn.

De crux in dit alles is dat ik, in die bijscholing, opeens, als een soort diepe ingeving, de toestemming voelde om positie in te mógen nemen. Dat is niet iets wat ik kan oefenen, dat werd me gewoon in de schoot geworpen. Wat ik wel oefen is, elke keer als ik merk dat ik vanuit het oude mechanisme reageer, mijzelf corrigeren – dat gebeurt soms al halverwege mijn ‘smekende’ zin – en opnieuw beginnen. Dan ervaar ik weer hoe enorm krachtig die houding is.
Hoe is dit voor jou? Ik hoor graag jouw ervaring!
 

Kunnen we het even over iets ANDERS hebben?

Ja graag, maar het onderwerp dringt zich op. Ik kom er niet omheen. Aha, en als ik er niet omheen kom, moet ik er dóórheen. Oké, daar gaan we:
Ik ben nu vooral verbaasd eigenlijk. Hoe is het mogelijk dat we hier met z’n allen in terecht zijn gekomen? Hoe bizar, hoe onbegrijpelijk!

Oké…, bevraag ik mijzelf, wat doet het met me dat ik het niet begrijp? Het maakt me onzeker en ik wil graag houvast.Een houvast die me aanspreekt is dat wat er nu gebeurt een voorbereiding is op betere tijden. Crisis als kans dus.
Zou het waar zijn? Is dat niet wat zweverig?
Niet als ik de kansen zie die deze tijd bieden voor een herwaardering van onze ‘verzorgingsstaat’. We veranderen pas als het echt niet anders meer kan.
 
Onlangs kwam een tekening weer langs die ik in maart 2020 maakte. Die ging over de kracht van de diep innerlijke liefde, onpersoonlijk, die alle angsten overwint. En nu lees ik elke dag wel stukjes van mensen die over hetzelfde schrijven: Zoek de liefde op, verspreid de liefde want die overwint alles. Ik geloof het want ik ervaar het. Niet vanuit een suf romantisch idee, maar wel vanuit de ervaring dat ik mijn angsten (nu voor de maatschappelijke ontwikkelingen) niet ontken maar aankijk en zeg: “Ja, ik ben bang”. Niet meer en niet minder. En na verloop van tijd merk ik dat ik niet meer bang ben, dat ik vertrouwen krijg in de toekomst. Dat we hier beter, liefdevoller, zorgzamer uit gaan komen. En dat de tegenstellingen en strijd tijdelijk blijkt te zijn geweest, nodig om samen onszelf te ‘verbeteren’.
 
Cornélie Spijkerboer

Rouw

Auuuuwww, ik voel me rauw.
Aha, ik ben in de rouw. Ja, daar had ik even niet aan gedacht. Ik was al een tijdje boos en bang en verder dan verwijten en slachtofferschap (gelukkig afgewisseld met overgave en rust voelen) kwam ik niet echt.

Tot dat ik, geheel onverwacht in een online bijscholing bij het voorstelrondje in snikken uitbarstte en even niet meer kon stoppen


. Ik vertelde wie ik was en wat ik deed en sprak over mijn praktijk… en dat woordje ‘mijn’ deed de truc want ik was zo gewend om het over ‘onze’ praktijk te hebben. De praktijk die Hans en ik in 20 jaar samen hadden opgebouwd. Ik voelde alleen maar verdriet.
Plaatsen kon ik het niet goed, want Hans was toch al sinds januari met pensioen, eigenlijk? Hier hadden we toch al lang naar toegewerkt? Ja, klopt, maar blijkbaar was er nu pas ruimte voor verdriet. Gewoon puur, zonder redenen. Verlies dus.
De trainer, zelf therapeut, reageerde begripvol en noemde het woord rouw. Ja, zo simpel was en is het. Ik rouw. Niet dat ik het met Hans niet meer over het werk kan hebben, volop nog, maar het is nu niet meer onze praktijk maar mijn praktijk.
 
En dat roept ook andere dingen op: nu moet ik helemaal zelf gaan staan voor wat ik doe en hoe ik het doe. Dat is spannend en naakt, ik kan me niet meer verschuilen achter ‘ons’ maar het opent ook geweldig nieuwe deuren! Ik wordt uitgedaagd om solo het podium te betreden en ongefilterd in mijn natuurlijke autoriteit te gaan staan.
Nou, en daar hoort dus een nieuwe profielfoto bij. Ik ben er blij mee.
 
Cornélie Spijkerboer
 
Nieuwe foto: Maarten Heijer Producties

Echt contact

Heel, heel lang geleden heb ik één maand een kindje gedragen en ook weer losgelaten. Mijn vriend van destijds en ik kozen daar toen zelf voor.

Van deze keus ‘heb ik nooit spijt gehad’, zei ik hier later altijd over. En zo voelt het ook nu nog steeds.
Nu had ik het hier met ‘de vader’, laatst nog eens over, en op mijn woorden dat ik geen spijt had, zei hij dat we het kindje, of zijn ziel – zoals het voor mij meer voelde, ook een welkom konden geven.
 
Daar was ik even stil van, en ben dat eigenlijk nog steeds. Ik voelde mijn hart open gaan en het is zich nog steeds aan het vullen met liefde.
Pas nu maak ik echt contact met het zieltje dat al die tijd nog bij ons is.
 
En met mijn vriendje van toen, voelt het alsof we nu (na 37 jaar!) bezig zijn ons co-ouderschap invulling te geven ;-). Daar is het blijkbaar nooit te laat voor!
 
Heb jij een dergelijke ervaring en voel je je geraakt, laat het me weten.
 
Cornélie Spijkerboer

‘Marco Borsato’ en het ei

Let eens op hoe vaak je een ingeving krijgt die je links laat liggen. Allemaal ruis denken we dan, het hoofd zit er vol mee. Dat is ook vaak zo, maar je kan er ook even bij stil staan en kijken wat het beeld (of woord, geluid, gevoel) je te zeggen heeft. Zeker als het een onverwacht beeld is. Je maakt er dan een ‘reading’ van.

Zo kreeg ik laatst een beeld van een man, hij leek een beetje op Marco Borsato, die richting ons huisje kwam lopen. Hij droeg iets onder zijn arm. Dichterbij komend bleek het een ei te zijn, zo’n grote, waar je iets in kunt stoppen, als een doosje. (Ondertussen zat mijn hoofd er vreselijk tussen en stelde allerlei sceptische vragen maar ik bleef stoïcijns het beeld volgen.) De man legde het ei op het trapje voor de deur. Ik stond binnen en de man verdween weer.
Ik keek naar het ei en wist dat er iets inzat maar maakte het niet open. Toch zag ik met mijn ‘röntgenogen’ dat er iets van goud in het ei zat. Een groepje gouden kleinoden, ik kon niet zien wat ze voorstelden maar had het beeld van een vitrinekastje in een museum. Als een uitgestalde waardevolle schat.
 
Wat betekende het ei en het goud? Bij een ei dacht ik aan nieuw leven, nieuw begin. Bij het goud dacht ik aan een schat, rijkdom, niet zozeer materieel als innerlijk.

Mooi, ik krijg een nieuw begin met innerlijke rijkdom aangereikt. Daar kikkerde ik wel van op.
Maar wat Marco daar nu deed??
 
Nog een noot voor de sceptici onder ons: Ik bedacht naderhand dat ik net een verhaaltje over Marco Borsato had gelezen én ik had op internet een reclame van een groot ei gezien, waar je iets in kon doen. Het ligt dus voor de hand dat die beelden daar vandaan komen. Alleen maakt dat voor de kracht van de reading niet uit. De opgeslagen beelden worden gebruikt door ons bovenbewuste, om bepaalde boodschappen op een voor ons begrijpelijke manier over te brengen.
 
Probeer het eens en laat me weten wat jij vond. Klik hier voor de handout. Je kunt deze downloaden en uitprinten.
 
Cornélie Spijkerboer

Inspiratie-gespetter

Iemand kenschetste mij eens als een Jantje lacht, Jantje huilt. En ja, dat herken ik natuurlijk wel. Heftige ups en downs, dat ben ik. Maar dat ik dat nu in mijzelf waardeer? Nee, er zit nog veel oordeel op. Van oudsher voel ik dat ik dan lastig ben.

Voor deze column ga ik de tekening ‘readen’, dat wil zeggen intuïtief lezen:
Ik tekende bijgaand beeld precies zoals ik het voor ogen had. Op zich al bijzonder vind je niet? Meestal krijg je niet op papier wat je voor ogen ziet… Zo binnen zo buiten dus, stroom, vrije stroom..

Na de tekening schreef ik wat woorden: inspiratie, levensvreugde, verlangen, ontwikkeling en spirit… Blijkbaar wilde ik, dat wat er in de tekening zat nog even onderstrepen, nóg duidelijker maken. Alsof dat al niet duidelijk was :-). Een stevige drive dus om me uit te drukken…Ja, dat past wel bij de tekening op zich. De uitdrukking knalt er vanaf!

Dan de tekening zelf..
Kleur, veel kleur, en veel energie. Energie naar boven, vuurwerk, knallend, maar ook energie in flow, in de onderlaag, etekend in lemniscaatlijnen, golvend.
Het vuurwerk, naar buiten gericht, knalt uit de golven, die ondanks de meer verstilde beweging toch ook volop kleur en wilde beweging is.
Het vuurwerk ontspruit dus uit de flow, de flow is de voedingsbodem voor het knallen.
Interessant! Ik heb altijd een idee (oordeel) dat flow tot rustige beweging leidt en niet zo knalt. Maar… dat past helemaal niet bij mij, zo schreef ik al in het begin.

Het oordeel komt dus tweemaal langs en ik voel, door het pure plezier van de tekening dat ik het oordeel mag gaan heroverwegen..

Ik kijk weer naar de tekening en zie de goudkleurige slinger om de vuurpijlen heen. Bij het tekenen had ik het gevoel de tekening te verpesten. ,,Bah, wat een rare beperkende rand om het vuurwerk’’, dacht ik. Gaat die erover dat ik niet te veel moet knallen, want ‘wat zullen de mensen wel denken’?
Ik sta weer stil en kijk, en dan vallen de gele sterretjes me op. Hé, niet eerder gezien tijdens deze reading!.. Zijn dat sterretjes die toch wel spetteren, ook buiten de beperkende rand, maar dan wat ingetogener? Alsof die wél mogen?
Ja, nu voel ik iets in mijn buik, een onrust, en in mijn keel, wat afgeknepen… Dat betekent dat die raak is.. ik sta hier even bij stil en voel..

Ik kijk weer en zie opnieuw de woorden, en mijn oog valt op het woord Verlangen. Ohh ja, nu is het wel duidelijk denk ik. Mijn verlangen om te knallen, niet ‘rustig’ zen-achtig flowen, daarmee knijp ik mijzelf af, maar knallen, met de nodige schokeffecten (Ow, echt? Ja, die horen bij vuurwerk. Hûh, eng hoor, om daar voor te gaan staan.)
Daar mag en ‘moet’ ik dus voor gaan staan. Die knallen komen uit míjn flow, uit mijn diepe inspiratie. Mijn oordeel en wereldbeeld over hoe flow eruit zou moeten zien, rustig, kabbelend, in balans, mag dus bij de prullenbak. Toch is het schuitje op de tekening ook in balans, maar dan op wilde baren. Ach, deze woorden raken me.. in mijn keel, borst en hart. Een bruisend gevoel van willen uiten. Kort maar krachtig en dan vloeit het af. Het is helder.

Cornélie Spijkerboer