Ja graag, maar het onderwerp dringt zich op. Ik kom er niet omheen. Aha, en als ik er niet omheen kom, moet ik er dóórheen. Oké, daar gaan we:
Ik ben nu vooral verbaasd eigenlijk. Hoe is het mogelijk dat we hier met z’n allen in terecht zijn gekomen? Hoe bizar, hoe onbegrijpelijk!
Oké…, bevraag ik mijzelf, wat doet het met me dat ik het niet begrijp? Het maakt me onzeker en ik wil graag houvast.Een houvast die me aanspreekt is dat wat er nu gebeurt een voorbereiding is op betere tijden. Crisis als kans dus.
Zou het waar zijn? Is dat niet wat zweverig?
Niet als ik de kansen zie die deze tijd bieden voor een herwaardering van onze ‘verzorgingsstaat’. We veranderen pas als het echt niet anders meer kan.
Onlangs kwam een tekening weer langs die ik in maart 2020 maakte. Die ging over de kracht van de diep innerlijke liefde, onpersoonlijk, die alle angsten overwint. En nu lees ik elke dag wel stukjes van mensen die over hetzelfde schrijven: Zoek de liefde op, verspreid de liefde want die overwint alles. Ik geloof het want ik ervaar het. Niet vanuit een suf romantisch idee, maar wel vanuit de ervaring dat ik mijn angsten (nu voor de maatschappelijke ontwikkelingen) niet ontken maar aankijk en zeg: “Ja, ik ben bang”. Niet meer en niet minder. En na verloop van tijd merk ik dat ik niet meer bang ben, dat ik vertrouwen krijg in de toekomst. Dat we hier beter, liefdevoller, zorgzamer uit gaan komen. En dat de tegenstellingen en strijd tijdelijk blijkt te zijn geweest, nodig om samen onszelf te ‘verbeteren’.
Cornélie Spijkerboer