Doe nou maar gewoon 1

Hoe langer ik er over nadenk (en in het vak zit), hoe meer ik tot de conclusie kom dat wij mensen in ons (emotionele) leven het meeste last hebben van de twee basale overtuigingen ‘ik mag er niet zijn ‘ en ‘ik mag niet zijn wie ik ben’.

Ooit in de eerste aflevering van Big Brother, de eerste real-life soap op TV, werd een jongen door de groep onder druk gezet om te zeggen ‘wie hij was’. Hij kon dit niet en werd hierdoor meewarig aangekeken. De anderen wisten namelijk precies wie ze waren, althans dat dachten ze. Ik zelf dacht: “Ik weet ook niet wie ik ben”. Ten eerste ben ik vaak heel verschillend. Ik voel of denk of wil heel verschillende dingen. Wie ben ik dan? Ten tweede wist ik door mijn studie en groeiproces dat wij mensen voor een groot deel ‘zijn’ wie we denken dat we moeten zijn. We zetten ons zelf als het ware in de etalage of hebben een masker op. In de etalage zet je datgene waarvan je denkt/weet dat ‘de mensen’ het goed bevalt, zodat ze jou waarderen en liefhebben. Jouw masker glimlacht, trekt een sterk of ondoorgrondelijk gezicht, houdt afstand. Maar wat er achter het masker, of te wel in de kelder zit, dat ziet niemand. Jijzelf weet het vaak ook helemaal niet meer omdat je elke dag in de spiegel jouw masker ziet en zelf bent gaan geloven dat jij dat bent.

Als je wilt weten wie je werkelijk bent, zal je op zoek moeten gaan achter het masker. Dan zal je in de kelder af moeten dalen en alle, jaren geleden, opgeslagen rommel naar boven moeten halen en het stof er af blazen. Dan zal je ontdekken wat een waardevolle spullen er tussen zitten die je destijds als onbruikbaar weg deed. Hoe doe je dit?

Door je zelf letterlijk toestemming te geven alle gedachtes en gevoelens te denken en voelen die jij lelijk vond van jezelf. Dit vergt oefening, elke dag.

Cornélie Spijkerboer