Ben jij wel eens bang voor de dood? Of eerder bang om te leven?

Toen ik eens in een studiegroep vertelde dat ik, ten diepste, eigenlijk bang was voor de dood, zeiden een paar groepsgenoten dat ze zich
afvroegen of ik niet bang was om te leven. Ik weet nog dat ik volledig op het andere been werd gezet: Oh…, uh…, hûh? Hier moest ik even op kauwen.

En vannacht had ik een droom waardoor ik hier aan terug moest denken.
Ik droomde dat ik een piepklein reetje zag, echt nog heel jong, en het speelde vrij en vrolijk in het bos. Ik was diep geraakt, zo puur, zo vol leven.
Toen werd het reetje door een roofdier gepakt. ,,Ohhh,” dacht ik, ,,dat heb je ervan als je zo vrij speelt en niet oplet.”
Wakker geworden, paste ik op de droom de ‘zeven stappenmethode’ toe, en daar kwam het volgende uit: Een sterke gedachte in de droom was dat als je vrij en onbezonnen speelt, dat dat je dood wordt. Wie niet oplet, gaat er aan.
Ik begreep direct dat dit ging over mijn twijfels van de dag ervoor, dat ik graag vrij en speels mijn tijd besteed maar dat ik dan altijd bang ben dat ik daar mijn brood niet mee kan verdienen. En die gedachte maakt mij echt doodsbang.

Terug naar de droomuitleg. Het mooie van de zeven stappenmethode is dat er altijd iets positiefs uit de droom komt, dus ik zocht naar de affirmatie die achter de sombere overtuiging zou kunnen zitten.
Ik moest echt diep zoeken, maar toen voelde ik hoe prachtig het leven van het reetje eigenlijk was geweest. Kort maar krachtig, vrij en puur. Zelfs de doodsstrijd was puur. Zo is nu eenmaal de natuur. Dit maakte me even stil en zo voelde ik hoe de dood bij het leven past, als een natuurlijk iets.

En zo besef ik ook dat het niet de vraag is, of ik bang ben voor de dood óf bang om te leven, maar dat ze hand in hand gaan. Mét mijn angst voor de dood, ben ik bang om te leven. Zolang ik bang ben om mijn brood niet te kunnen verdienen, zal ik niet vrij en speels durven leven.
Vertaald naar de affirmatie: Als ik niet meer bang ben voor de dood, zal ik vrij en speels durven leven.

Nu, dít inspireert mij om mijn angst voor de dood (of mijn broodwinning) in de ogen te kijken want ik wil heel graag voluit leven!

Cornélie Spijkerboer

De big picture

Ik heb een tekening gemaakt waar ik eerst niet veel in kan ‘zien’. Gewoon een ingekleurde slingerbeweging, met wat rechte lijnen er doorheen.
Hiermee stopt de ‘informatiestroom’ en ik laat de tekening voor wat hij is.

Later zet ik de tekening op zijn kant (dan bekijk je het eens van een andere kant :-)) en dan zie ik in de hoek een beigekleurige golf. Een hoge golf die dan de diepte ingaat, in een paarsblauwe kom, wiegend. Het lijkt een soort schuitje. De informatie stopt hier weer even maar dan kijk ik van daaruit weer verder …

Hé, dat is grappig, ik zie dat de tekening op deze manier, stap voor stap, betekenis krijgt. Als ik de ‘big picture’ in één keer wil zien, zie ik weinig en stopt de informatie. Ik besef dat dit een mooie metafoor is voor hoe ik eigenlijk met het leven om ga. Ik wil de big picture zien, alles in één keer begrijpen, maar dat werkt dus tegen mij!

Goed, terug naar de tekening. Wat zie en voel en denk ik nog meer?
Ik zie steeds meer. Vormen, de ronde doorsneden door de scherpe, net zoals het leven, zou je kunne zeggen.

Weer uitzoomend valt nu op hoe kleurrijk de tekening is. En hoe een deel van de tekening wit is gebleven, dat maakt de tekening mooi en spannend!
‘Vertalend’ begrijp ik met een schokje dat het leven ook mooier en spannender is als er witte vlakken in zitten.
Dat had ik niet verwacht. Niks big picture dus.

Het leven ontvouwt zich, stap voor stap, met pieken en dalen, en het is precies goed zoals het nu is, ‘onaf’, niet alles ingekleurd. Dat is spannend en maakt nieuwsgierig, levenslustig!

Cornélie Spijkerboer

Frustratie en geduld

Ik maak een intuïtieve tekening, een mandala.
Pas als hij af is neem ik afstand en ga kijken en voelen en ‘readen’ wat de tekening mij zegt.
Ik zie eerst (rood) aarding, centreren; centreren in de aardse kracht.
(Aarde staat ook voor het vrouwelijke.)
 

Ik zie dan de hartsenergie (groen) fijntjes maar doelgericht en vastbesloten binnendringen in de aardse bloem, als een zaadje, fijngebouwd, met veren om zich op de wind mee te laten stromen, naar zijn/haar bestemming…
De veertjes hebben een geel aura, een gele lichtbol om zich heen, mysterieus. De lichtbol weerhoudt de veertjes om echt in de bloem binnen te dringen, zet de veertjes klem tussen de bloembladeren.
De gele bol staat ook voor de zon, de mannelijke kracht. Past mooi bij de zaadjes die binnen willen dringen.
 
Ik voel frustratie dat de groene zaadjes niet verder kunnen. Ze zijn er bijna en blijven hangen in het luchtledige. Ze treffen geen doel.
Ik voel dat dit de sterkste emotie is op dit moment. 
 
Duiding:
Ik vraag mij af: Welk zaadje treft in mijn leven geen doel, en frustreert?
Het valt me op dat ik direct ‘de vinger wijs’ naar mijzelf. Dat is jammer, én bekend: “wat doe ik niet goed?”
Dus ik herformuleer:
Vraag: Ik wil graag een liefdevolle boodschap in de tekening ervaren, maar zonder de blokkade die ik zie te ontkennen.
Intuïtief antwoord: Ga maar naar de blokkade toe…
Vraag: Gele ballen (die blokkeren) wat is jullie missie?
Antw: De zaadjes op hun plek houden, ingeklemd tussen de bladeren van de bloem.
Vraag: Is het dan niet de bedoeling dat de zaadjes naar binnen zouden gaan?
Antw: Ja, voor de hand liggende vraag. Dat kan zeker zo zijn maar het gebeurt niet, en dat heeft een reden. Zo moet het dus zijn, niets gebeurt voor niets.
Door dit antwoord wordt mijn ervaring bij de tekening anders, het wordt verwachtingsvol, de zaadjes trillend in de lucht, in het licht, alsof ze straks, door de kracht van het licht, afgeschoten kunnen worden.
Zo is het licht een hele mooie metafoor die uitnodigt te wachten op het moois dat straks gaat gebeuren.
 
Nog eens overlezend wat ik heb opgeschreven, voel ik dat ik wacht, mijn harts-energie (en/of mannelijke energie) wacht, om binnengelaten te worden in mijn aardse, vrouwelijke zijn, maar het is nu nog niet de tijd.
Wow, dit raakt me en verzacht me. Ik voelde zoveel frustratie en angst de laatste tijd, dat ik vastzit in zorgen en somberheid. Ik wil daar uit!!! Ik wil de Liefde weer voelen stromen, die vol van vertrouwen is.
Nu voel ik, sterker dan de frustratie, het verwachtingsvolle en het wachten op de kracht die straks vrij gaat komen.
Nou, daar wil ik wel op wachten. dat geeft moed.
 
Cornélie Spijkerboer

Een helende cirkel

Ik vond het een pittig jaar. Ik kan er niet precies de vinger opleggen ‘waarom’ maar ik heb me achtereenvolgens angstig, somber en moedeloos gevoeld. En ook niet ‘zo van die momenten’, maar de hele tijd. Als een deken die over mijn gemoed heen lag.

Omdat ik niet goed kon plaatsen waardoor het kwam en het al helemaal niet kon oplossen, moest ik iets anders verzinnen.
Ik had al snel door dat als ik me focuste op de wereld buiten mij en de oorzaak (en de oplossing) van mijn rotgevoel buiten mij zocht, ik me er alleen maar beroerder door ging voelen.
Ongeacht de omstandigheden, moest ik zelf verantwoordelijkheid nemen voor mijn gevoelens. Telkens weer, telkens weer. Niet bestraffend naar mijzelf, in tegendeel, juist met compassie. Vol erkenning voor wat ik allemaal voelde.

En ik merkte dat het te dragen was, eigenlijk heel goed. Ik raakte niet in paniek en kon in verbinding blijven met, of terugkeren naar, mijzelf en mijn omgeving.
Hierdoor kon ik het proces, wat het ook was, zijn gang laten gaan, in het vertrouwen dat het mij verder brengt op mijn pad. En hier ben ik heel dankbaar voor, hoe gek dat misschien ook klinkt.

Al schrijvend merk ik dat ik in dit proces onbewust een aantal stappen zet die ik steeds herhaal.
Ik zet ze even op een rijtje:

1 Het gevoel (of de gedachte*) mag er zijn.
Het mag er zijn. Het vraagt om gevoeld te worden, in alle eerlijkheid en openheid. Ik veroordeel het niet en als ik het veroordeel is dat ook weer iets wat er mag zijn (*).
Het is mijn gevoel en ik neem de verantwoordelijkheid. Een ander is nooit verantwoordelijk voor mijn gevoel. Dit is heel belangrijk om telkens weer te beseffen.

2 Het hoeft niet opgelost.
Niet door mijzelf én niet door de ander.
Ik vertel mijzelf dit, herinner mij er aan dat dat niet het antwoord is. Ik heb immers ervaren dat ik dan in mijn hoofd ga proberen iets te fixen. Dat is een heel beperkte oplossing, meestal. Sterker nog, ik weet vaak helemaal niet wat nu echt een oplossing is voor het gevoel.
Door ‘op te lossen’ ga ik weg bij het gevoel in plaats van dat het gevoel zelf weg gaat.

3 Ik adem er naar toe.
Ik zoek het gevoel op in mijn lijf. Waar zit het precies, hoe voelt dat? En ik stuur mijn ademhaling er naar toe. Ik adem daarbij zo ruim mogelijk door mijn buik en borst. Ik gebruik daarbij het beeld van een golf of lemniscaat. Bij de inademing golft de lemniscaat van mijn buik naar mijn borst, en bij de uitademing terug naar beneden.
Ademhaling is een heel persoonlijke beleving heb ik gemerkt. Dus wil jij dit ook proberen, pas jouw beeld dan aan bij jouw ademhaling.

4 Ik geef het gevoel over.
Dit doe ik heel letterlijk, in een visualisatie, waarbij ik het gevoel in mijn handen overdraag aan een wijze op een heuvel bijvoorbeeld, of aan het kosmische licht of aan god of aan de bron. Ook dit is heel persoonlijk. Het moet iets zijn waar jij je probleem vol vertrouwen bij achter kunt laten.
Als je dit doet, zal je merken dat er dan iets transformerends gebeurt. Wat en hoe weet je alleen nu nog niet. De kunst is om je open te stellen voor je intuïtieve ingevingen of voor ‘toevallige’ gebeurtenissen die op je pad komen.

5 Ik besef dat het gevoel, hoe ‘kinderachtig’ ik het ook vind, van het gekwetste kind in mij is, en dus vol compassie benaderd mag worden en erkend mag worden. Het is niet kinderachtig, het is van het kind in mij.
Het is belangrijk te beseffen dat het kind in mij echt een andere Ik is dan de volwassene in mij. De volwassene kan relativeren, vanuit een helikopter naar het kind(gevoel) kijken. Beiden hebben een functie die essentieel is om ons ‘heel’ te voelen.

Met stap 5, erkennen van het kindgevoel, ben ik weer aangekomen bij stap 1: ‘Het gevoel mag er zijn’.

(*) Dezelfde stappen kun je zetten voor alle gedachten die je hebt over jezelf of de ander. Als je er goed naar kijkt zijn deze vaak oordelend. Ook deze mogen er zijn en hoeven niet te worden opgelost, maar kunnen wel overgegeven worden, in het vertrouwen dat ze zullen transformeren.

In deze link (PDF) vind je een visualisatie naar de wijze die we in onze eerstejaars trainingen bij de SPSO gebruikten. Deze kun je gebruiken voor stap 4.

Cornélie Spijkerboer

Overgave en mijn innerlijke kind

De afgelopen tijd heb ik veel geoefend met overgave. En ik moet zeggen, ik ben er fan van geworden.

Ik vroeg me soms af of mijn innerlijke kind zich niet een beetje verwaarloosd voelde, nu ik de ‘overgave aan de kosmos’ had ontdekt. Ik besloot haar een beetje in de gaten te houden en tot mijn blijdschap vond ik het kind in mij vanochtend vroeg terug.

Ik was bang wakker geworden met nare droombeelden op mijn netvlies en een wee gevoel in mijn buik.
Ik besloot, in plaats van die gevoelens maar snel te vergeten onder het motto ‘het is maar een droom’, contact te zoeken met het meisje in mij die dit nare gevoel in haar buik zo goed kent.

Ik zag haar al snel vóór mij. Een donkerharig meisje. Lief, bewegelijk en compact tegelijkertijd, klein en zó kwetsbaar. Pff, ik voel het weer als ik aan haar denk. Ik knielde naast haar neer en nodigde haar uit in mijn armen. Ik voelde alleen maar dat ik bij haar wilde zijn, haar wilde laten merken dat ik er voor haar was.
Ik wilde haar verdriet en angst niet oplossen, dat voelde heel rustig eigenlijk, en ik wist ook dat ze dat niet van me nodig had. Ze had er genoeg aan dat ik bij haar was, haar zag en begreep en aanvoelde. De troost en steun die daar vanuit ging was voor haar helemaal voldoende om zich veilig te voelen. Niet meer eenzaam met haar pijn.

Na deze ‘oefening’ ervoer ik een rust die groter was dan ik ooit eerder had gevoeld, als ik het meisje in mijzelf opzocht. En ik besefte dat mijn oefeningen in overgave mij nu helpen om gewoon alleen maar aanwezig te zijn bij het kind in mij. Zonder oplossing, gewoon tot steun. Ze is niet alleen en ze voelt zich gedragen, door een grote, liefdevolle bron, zo veel groter dan zijzelf, daar kan zij zich volledig aan overgeven.

Cornelie Spijkerboer

Verlangen en loslaten

Vaak hoor je mensen zeggen: “dat moet ik loslaten”. Bijvoorbeeld hun onvervulde kinderwens of een verloren liefde. Of ‘gewoon’ dat ze geen controle hebben over de toekomst.

Voor mij werkt dat niet zo. Ik kom er keer op keer opnieuw achter dat er eerst iets anders nodig is, voor ik los kan laten.
Ik hoorde ooit zeggen: “Je kan pas loslaten als je het eerst hebt vastgepakt”. Ja, logisch vond ik dat.
Maar nu begin ik ook echt te ‘vatten’ wat daar mee werd bedoeld.
Ik merk dat ik eigenlijk altijd wel een oordeel had over het verlangen dat ik niet kon krijgen. Als ik er aan vast zou houden, kom ik niet verder, dacht ik dan.

Maar nu besef ik dat wat mij vasthoudt, niet het verlangen zelf is maar mijn oordeel erover. Tja, dat is nogal een andere kijk erop. Het is juist belangrijk eerst het verlangen volledig te accepteren, dat ik werkelijk mag verlangen naar een kind, naar mijn verloren liefde of naar controle over de toekomst. Dat dat niet fout of ‘onspiritueel’ is. Tjonge, wat een bevrijding.

En wat nog bevrijdender is, is dat ik dan besef dat ik in dit aardse leven dat verlangen niet vervuld ga krijgen, en dat ik het dan maar beter over kan geven aan de kosmos, aan god of aan de bron van liefde. ‘Daar weten ze er wel raad mee’.
En dát is voor mij dan loslaten. Ik laat los dat ik het zelf kan regelen, het verlangen kan fixen, maar het verlangen mag er wel helemaal zijn…
Zo, hier ga ik nog een tijdje op kouwen.

Cornélie Spijkerboer

Verbinding

Column

Tja, waar zou de column dit keer over gaan.
Ik kan kiezen uit tè veel onderwerpen die me bezig houden: Mijn controle drift, waardoor ik ‘s nachts onbewust zo gespannen ben dat ik ‘s ochtends met gebalde vuisten wakker wordt 🤭.

Of mijn ‘ding’ met autoriteit; dat ik zo vaak mijn oren laat hangen naar wat de buitenwereld vindt, in plaats van wat ik zelf vind of wil. Of mijn mijmeringen over het verschil tussen relatie en verbinding, waarbij ik ervaar dat ik ook kan verbinden zónder dat er sprake is van een relatie met een ander.

Dit laatste moet ik toelichten denk ik.
Door de lockdown, het videobellen maar nog veel meer door de twee opstellingen die ik de laatste week gaf, heb ik hele nieuwe ervaringen opgedaan met ‘verbinden’.
 
Verbinding, met een ander mens, gaat over dit moment, het NU. Het is een punt op de tijdslijn, we ZIJN nu in verbinding.
In een relatie, met mijn partner, maar ook met een cliënt of met de kassière, gaat het ook over het verleden en de toekomst. Die geven de relatie lading: verwachtingen, angsten, en dergelijke.
 
Nu heb ik net mijn opstellingen opleiding afgerond en ontving dus afgelopen week twee cliënten voor een opstelling. Ik kende ze niet en daarna zou ik ze ook niet meer zien, het waren eenmalige sessies. Heel erg in het Nu dus. Maar belangrijker nog is dat we in een opstelling werken met informatie die, intuïtief, in het Nu, ervaren wordt.
 
Wow, wat een fijne ervaring toch telkens, om echt in het moment, met heel je wezen, te ervaren wat zich aandient, onbevooroordeeld. Voor de cliënt natuurlijk, maar ook voor mij!
 
Cornélie Spijkerboer

Wat is jouw winst uit deze periode?

De afgelopen weken hield ik een ‘zoomdagboek’ bij. Over communiceren in deze bijzondere tijd. Onder andere over het zoomen met groepjes – individuele cliënten bleven gewoon naar de praktijk komen.

Dit zoomen met groepjes bleek wonderbaarlijk mooi uit te pakken, maar ik merkte ook dat ik het als deelnemer veel lastiger vond om mijn weg te vinden in het zoomgebeuren. Ik tunede veel te intens in op het gebeuren en was dus binnen de kortste keren bekaf van alle indrukken.

Daar viel nog iets in te ontdekken dus. En dat deed ik. (Zie het dagboek op facebook, Mens in Werking)

De laatste dagen merk ik dat ik, als ik bijvoorbeeld een wandeling maak, geneigd ben om overal op in te zoomen. Alles wat er om mij heen te zien is, daar zoom ik op in. Ik kan mijn nek regelmatig verdraaien om maar in een tuin te kijken waar van alles te zien is. Of in een huiskamer. Dat is nogal gênant, ik weet het, maar ik kan het niet laten.

Maar nu merk ik dat ik er genoeg van begin te krijgen, omdat ik voel hoeveel energie het me kost en dat het me helemaal niets oplevert. Ik zoom dus uit, en merk dat ik daardoor veel beter bij mijzelf kan blijven en bij mijn gevoel en innerlijke stem.

Dit ervaar ik als grote winst. Wat is jouw ‘winst’ uit deze periode?

Cornélie Spijkerboer

Alles is een relatie

In de vorige nieuwsbrief onthulden we ons nieuwe logo: Mens in Werking, sterk in relaties. Eenvoudig en daarmee helder, wat ons betreft.

Wij, Hans en ik, hebben een heldere boodschap, namelijk dat alles over relaties gaat.

Dan hebben we het over de relatie met de mensen om ons heen, onze ouders, kinderen, collega’s, noem maar op. De eerste, fysieke, golflengte zou je kunnen zeggen.
Op een andere golflengte hebben we een relatie met onszelf, ons innerlijk, maar ook een relatie met het goddelijke, het universum of de bron.
 
Vanuit de tweede golflengte bezien, waarin de relatie met onze binnenwereld centraal staat, worden de behoeftes in de eerste golflengte opeens relatief.
We beseffen dan dat we in essentie niet afhankelijk zijn van onze fysieke omgeving. Natuurlijk moeten we naar de dokter als we ons been breken, maar ons geluk hangt daar in essentie niet van af. Die hangt af van hoe we met de situatie omgaan, niet van de situatie zelf.
 
In onze liefdesrelaties is het niet anders. We denken, als we verliefd zijn, want dan zitten we behoorlijk op de fysieke golflengte ;-), dat de ander ons gelukkig kan maken, net zoals wij de ander gelukkig kunnen maken. Later, als de roze wolk wat is opgetrokken, denken we dat de ander ons ongelukkig kan maken, en denken we dat wij de ander ongelukkig kunnen maken. Angst en woede, schuld en schaamte doen dan hun intrede.
 
Vanuit de tweede golflengte bezien, in contact met onze innerlijke helikopter, en met onze innerlijke bron, begrijpen we dat deze vier aannames niet kloppen. Schuld, schaamte, angst en woede worden daarmee ook relatief en er komt ruimte voor de onvoorwaardelijke liefde, voor onszelf en onze omgeving. En daar is het ons, Hans en mij om te doen, de onvoorwaardelijke liefde in jou, in jezelf, te helpen groeien.
 
Cornélie Spijkerboer

Controle versus overgave

Gisteren dacht ik: “Oh de nieuwsbrief moet snel de deur uit want anders…”En dus moest er een column geschreven worden. Maar ja, dat lukt onder druk natuurlijk niet. Een column ontstaat, of niet.

Een paar dagen geleden had ik twee vrouwen te gast die het Kiezen voor wonderen-spel kwamen spelen. Het werd een hele waardevolle ochtend en beide vrouwen gingen blij naar huis, maar ik bleef, raar genoeg, met een kleine kater achter.
Wat was er aan de hand? Ging het niet goed dan? Ja, zeker wel, maar ik was naderhand uitgeteld en dat beviel me niet.

De laatste tijd kan ik er zo van genieten dat ik niet meer moe wordt als ik vanuit mijn intuïtie werk. Heerlijk! Maar nu lukte dat niet en ik was bang dat ik niet goed werk had afgeleverd. “Zucht.., hang dat perfectionisme toch aan de kapstok…”
Gelukkig lukte dat ook wel weer snel: “Volgende keer voelt het vast rustiger”.

De volgende dag ontdekte ik iets moois. In de workshop ervoeren de deelneemsters de kracht van de overgave, en om van daaruit het antwoord op hun vragen te krijgen. En toen ik daar aan dacht, besefte ik dat het er niet om ging of IK mij had kunnen overgeven maar dat de deelneemsters dat konden doen.
Met dat besef kon ik ‘mijzelf er weer tussenuit halen’ en intens dankbaar zijn voor het intuïtieve veld dat zijn werk doet. Ik hoef niets te doen.

Cornelie Spijkerboer