Overgave en mijn innerlijke kind

De afgelopen tijd heb ik veel geoefend met overgave. En ik moet zeggen, ik ben er fan van geworden.

Ik vroeg me soms af of mijn innerlijke kind zich niet een beetje verwaarloosd voelde, nu ik de ‘overgave aan de kosmos’ had ontdekt. Ik besloot haar een beetje in de gaten te houden en tot mijn blijdschap vond ik het kind in mij vanochtend vroeg terug.

Ik was bang wakker geworden met nare droombeelden op mijn netvlies en een wee gevoel in mijn buik.
Ik besloot, in plaats van die gevoelens maar snel te vergeten onder het motto ‘het is maar een droom’, contact te zoeken met het meisje in mij die dit nare gevoel in haar buik zo goed kent.

Ik zag haar al snel vóór mij. Een donkerharig meisje. Lief, bewegelijk en compact tegelijkertijd, klein en zó kwetsbaar. Pff, ik voel het weer als ik aan haar denk. Ik knielde naast haar neer en nodigde haar uit in mijn armen. Ik voelde alleen maar dat ik bij haar wilde zijn, haar wilde laten merken dat ik er voor haar was.
Ik wilde haar verdriet en angst niet oplossen, dat voelde heel rustig eigenlijk, en ik wist ook dat ze dat niet van me nodig had. Ze had er genoeg aan dat ik bij haar was, haar zag en begreep en aanvoelde. De troost en steun die daar vanuit ging was voor haar helemaal voldoende om zich veilig te voelen. Niet meer eenzaam met haar pijn.

Na deze ‘oefening’ ervoer ik een rust die groter was dan ik ooit eerder had gevoeld, als ik het meisje in mijzelf opzocht. En ik besefte dat mijn oefeningen in overgave mij nu helpen om gewoon alleen maar aanwezig te zijn bij het kind in mij. Zonder oplossing, gewoon tot steun. Ze is niet alleen en ze voelt zich gedragen, door een grote, liefdevolle bron, zo veel groter dan zijzelf, daar kan zij zich volledig aan overgeven.

Cornelie Spijkerboer