Vaak hoor je mensen zeggen: “dat moet ik loslaten”. Bijvoorbeeld hun onvervulde kinderwens of een verloren liefde. Of ‘gewoon’ dat ze geen controle hebben over de toekomst.
Voor mij werkt dat niet zo. Ik kom er keer op keer opnieuw achter dat er eerst iets anders nodig is, voor ik los kan laten.
Ik hoorde ooit zeggen: “Je kan pas loslaten als je het eerst hebt vastgepakt”. Ja, logisch vond ik dat.
Maar nu begin ik ook echt te ‘vatten’ wat daar mee werd bedoeld.
Ik merk dat ik eigenlijk altijd wel een oordeel had over het verlangen dat ik niet kon krijgen. Als ik er aan vast zou houden, kom ik niet verder, dacht ik dan.
Maar nu besef ik dat wat mij vasthoudt, niet het verlangen zelf is maar mijn oordeel erover. Tja, dat is nogal een andere kijk erop. Het is juist belangrijk eerst het verlangen volledig te accepteren, dat ik werkelijk mag verlangen naar een kind, naar mijn verloren liefde of naar controle over de toekomst. Dat dat niet fout of ‘onspiritueel’ is. Tjonge, wat een bevrijding.
En wat nog bevrijdender is, is dat ik dan besef dat ik in dit aardse leven dat verlangen niet vervuld ga krijgen, en dat ik het dan maar beter over kan geven aan de kosmos, aan god of aan de bron van liefde. ‘Daar weten ze er wel raad mee’.
En dát is voor mij dan loslaten. Ik laat los dat ik het zelf kan regelen, het verlangen kan fixen, maar het verlangen mag er wel helemaal zijn…
Zo, hier ga ik nog een tijdje op kouwen.
Cornélie Spijkerboer