Gisteravond ging ik met lood in mijn schoenen naar mijn wekelijkse biodanza-les. Ik had al een paar weken geen zin om te dansen en zat niet lekker in mijn vel. We begonnen de dansavond met een kort rondje ‘delen’. Ik kon niet wachten en pakte als eerste het rode praatkussen – in de vorm van een hart – om uit mijn hart te vertellen.
Ik was het helemaal niet van plan, had alleen maar geen zin en voelde enorme weerstand om mijn hart te openen naar mijn groepsgenoten. Toch pakte ik het kussen. Ik vertelde dat ik al een paar weken geen zin had; net ook nog ruzie had gemaakt met mijn man, wat ook niet opschoot natuurlijk, en me het liefst in mijn schulp wilde terugtrekken. Ik voelde me bang. Maar, het delen deed me goed. Door mijn weerstand te benoemen was hij in feite al weg.Ik ging goedgemutst de avond in en stelde me voor hoe ik deze avond met mijn hart verder om zou gaan. Open toch maar? Of niet? Toen herinnerde ik me de lessen die ik de afgelopen maanden aan het leren ben. Mijn fysiotherapeut zet me letterlijk in mijn as, mijn centrum, op mijn hakken en rustend in mijn bekken, mijn basis. “Oh ja, ik zou bij mijzelf blijven, was ik dat niet aan het oefenen?”
Ik nam me voor te kijken welke behoefte er naar boven zou komen, vanuit het contact met mezelf. Het betekende wel dat ik bewust zou moeten reageren op de uitnodiging van mijn mededansers om samen te dansen. Bewust voelen of ik daar op in wilde gaan en zo niet, daar duidelijk in te zijn. dit vind ik altijd het engste deel. Bang de ander af te wijzen en dus onaardig te zijn, onaardig gevonden te worden. Maar, het prachtige was dat ik, na een eerste halfbakken oefening, het niet meer eng vond om assertief te zijn. Ik wees de ander niet af, ik bleef in contact, op een heel liefdevolle manier. Ik bleef juist in contact omdat ik allereerst in contact met mezelf was! Hierdoor bleef ik voelen wat ik echt wilde en kon ik, toen ik dat wilde, echt vanuit mijn hart uitreiken naar de ander. Ik ging blij naar huis. Blij dat ik was gegaan en thuis gekomen kon ik mijn man weer in mijn hart sluiten.
Cornélie Spijkerboer