De afgelopen weken hield ik een ‘zoomdagboek’ bij. Over communiceren in deze bijzondere tijd. Onder andere over het zoomen met groepjes – individuele cliënten bleven gewoon naar de praktijk komen.
Dit zoomen met groepjes bleek wonderbaarlijk mooi uit te pakken, maar ik merkte ook dat ik het als deelnemer veel lastiger vond om mijn weg te vinden in het zoomgebeuren. Ik tunede veel te intens in op het gebeuren en was dus binnen de kortste keren bekaf van alle indrukken.
Daar viel nog iets in te ontdekken dus. En dat deed ik. (Zie het dagboek op facebook, Mens in Werking)
De laatste dagen merk ik dat ik, als ik bijvoorbeeld een wandeling maak, geneigd ben om overal op in te zoomen. Alles wat er om mij heen te zien is, daar zoom ik op in. Ik kan mijn nek regelmatig verdraaien om maar in een tuin te kijken waar van alles te zien is. Of in een huiskamer. Dat is nogal gênant, ik weet het, maar ik kan het niet laten.
Maar nu merk ik dat ik er genoeg van begin te krijgen, omdat ik voel hoeveel energie het me kost en dat het me helemaal niets oplevert. Ik zoom dus uit, en merk dat ik daardoor veel beter bij mijzelf kan blijven en bij mijn gevoel en innerlijke stem.
Dit ervaar ik als grote winst. Wat is jouw ‘winst’ uit deze periode?
Cornélie Spijkerboer