Het moet niet gekker worden. Ik voel me sterk, levenslustig en veel minder in paniek. Ik hoor mijzelf steeds denken: ‘Nou, dat lossen we op en als dat niet lukt, dan niet. Dan zal het wel zo moeten zijn.’
Zo crashte onlangs mijn e-mail. Ik kon geen mails meer versturen. Het probleem bleek niet te verhelpen en nu moet ik mijn mail over gaan zetten naar een ander account. Help!, dat betekent dat ik bij alle contacten, dat zijn er honderden, mijn e-mailadres moet gaan aanpassen. En wat te denken van al mijn inlogcodes waarin ik met mijn oude e-mailadres inlog. Pfff, niet te doen.
Hier zou ik dus eerder geheid van in paniek schieten. ‘Dit kan ik niet!’
Maar na een kort moment van bijna paniek, verschuift er nu iets van binnen en voel ik: ‘dit ga ik gewoon doen.’ Ik voelde zelfs wat kriebels in mijn buik zoals wanneer je voor een leuke spannende uitdaging staat.
Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik altijd een broertje dood had aan de uitdrukking: ‘we hebben geen probleem maar een uitdaging’. Maar nu voelt het toch echt zo. En natuurlijk baal ik ook. Ik lijk alleen te weigeren daar in te gaan hangen.
Gôh, het gaat wel erg goed met me zeg. Ik vind het zo raar. Ik ben toch eigenlijk in de rouw? Over Hans zijn ziekte en wat dat allemaal in ons leven teweeg brengt. En ja, dat is er óók, in hoofdletters, maar blijkbaar kan het naast elkaar bestaan. Wonderlijk!
Tegelijkertijd begrijp ik het ook. Na een schokkende gebeurtenis, zoals een ernstige ziekte, gaan mensen hun dagelijkse zorgen vaak veel meer relativeren. Je weet dan pas wat echt belangrijk is, zo hoor je ze dan zeggen. Mooi vind ik dat altijd en bijna jaloersmakend, al wil je de schokkende ervaring op zich natuurlijk niet. En nu mag ik het dus zelf ervaren. Dat stemt me dankbaar.
Het heeft even geduurd voor ik deze column kon schrijven. Het nieuwe gevoel van ontbrekende paniek is zó fijn, dat ik het niet gelijk van de daken wilde schreeuwen. Maar nu is het tijd.
Cornélie Spijkerboer