Kerst is voor mij het feest van het licht. Volgens velen is het het feest van de geboorte van Jezus Christus. Dat kan je ook vieren.
Vóór de geboorte van Jezus Christus was er ook al een kerstfeest en dat hield in dat de zonnewende werd gevierd.De donkere dagen waren voorbij en de dagen gingen weer lengen. Bijvoorbeeld de kerstboom is daar een symbool van.Het is een belofte dat het weer licht wordt. Het houdt op zich een belofte in, namelijk een onomkeerbare belofte dat het beter wordt.
Op die manier is het kerstfeest het feest van hoop. We kunnen niet wachten en steken alvast de kaarsen aan. Het fijne is, dat het altijd voorjaar wordt. De seizoenen liggen zo goed als vast. Het wordt goed, alles komt goed.
Sommigen vinden dit een gevaarlijke veronderstelling. Ik denk dat het er maar aan ligt hoe je het beleefd. Je kunt het perspectief maken of breken. Ik wens iedereen het vermogen toe dat het goed komt, in elk geval.
In de afgelopen wonderen-oefengroep hadden we het over de recente inval van Turkije in Irak. Hoe kan ik dat nu met liefde bekijken?
Om te beginnen door mij, als ik overstuur ben door het wereldleed, niet af te keren van het nieuws: ‘Ik kijk maar niet meer want ik word er alleen maar hopeloos en somber van’. Hierdoor laat ik mij gevangen houden door mijn angst, al stuur ik die wel ondergronds zodat ik denk dat ik hem niet meer voel.
Wat ik wel doe is mijn emoties erover onderzoeken: Waar ben ik bang voor? Voor mijn machteloosheid? Teruggehaald naar mijzelf, kan ik kiezen of ik in de angst wil blijven of hier liefde tegenover wil stellen. Ik kies natuurlijk voor de liefde 🙂 en ik stel mij voor hoe mijn liefde, vanuit mijn gevulde hart, zich in golfbewegingen uitbreidt naar de wereld. Zoals een steen, die je in het water gooit, kringen maakt die steeds verder uitdijen. Die liefde zal de ‘vijand’ bereiken in zijn hart, en vroeg of laat inspireren om zelf vanuit liefde te gaan leven. Vanuit de non-dualistische gedachte is die golfbeweging niet eens nodig. Alles is dan al één. Als ik kies voor liefde, kiest mijn vijand daar ook voor. Hij en ik zijn immers één.
Dit lijkt een heel abstract proces maar voor mij is het zo concreet als maar kan. Ik visualiseer dat mijn hart zich met liefde vult. Ik voel het fysiek ruimer worden en opzwellen met warmte dat naar buiten stroomt, zo ongeveer. Wat ook voor mij concreet voelt, is dat ik zo dus echt invloed heb. Meer dan in mijn machteloosheid als klein individu.
Sceptisch zou ik kunnen zeggen dat dit een mooi maar onrealistisch sprookje is, maar ik geloof in de kracht van de liefde, hoe onzichtbaar, subtiel en onaanraakbaar deze ook mag zijn. Ik merk dat, heel concreet, als ik boos ben op iemand. Als ik de boosheid afpel en kijk wat daar voor angst onder ligt, kan ik die van de ander loskoppelen en, niet meer afhankelijk van die ander, contact maken met de liefde in mijn hart. Als die weer stroomt, voel ik dat mijn boosheid wegvloeit en ik de ander weer in liefde kan zien.
Ik las in de vakantie een boek over ‘bestemming’. Het was vakantie dus ik had ‘reflectie-vrij’ en dacht niet verder na over mijn bestemming. Het was ook geen thema voor me eigenlijk. Maar, en zo gaat dat dan, mijn bestemming werd me, al lezend, vanzelf gepresenteerd. Heerlijk, hoefde ik niets voor te doen!
Het boek ging ook over vrouwelijkheid en moederkwaliteiten en dat de schrijfster dat niet zo van huis uit had meegekregen. Ja, dat herkende ik wel. Als dochter van een actieve feministe heb ik mijn vrouwelijkheid en alles wat daarmee te maken heeft, zelf moeten ontdekken en leren waarderen.Inmiddels krijg ik vaak feedback, juist over mijn moederlijke kwaliteiten, maar die heb ik nooit ten diepste kunnen waarderen.
Inmiddels krijg ik vaak feedback, juist over mijn moederlijke kwaliteiten, maar die heb ik nooit te diepste kunnen waarderen. Loyaal als ik was aan mijn moeder, vond ik dat toch niet echt ‘bestemmingswaardig’, maar al lezend drong het met een schok tot mij door dat dat dus juist wél mijn bestemming is. Wow! In gedachten glimlachte ik breed naar mijn moeder, ergens in de ‘hogere sferen’. “Krijg nou wat, heb ik jou daarom misschien als moeder uitgekozen om bij geboren te worden? Om dit stuk te leren?” Ik geloof dat zij er de lol ook wel van in kon zien. En meer nog dan lol, heelde het weer een stuk van mijn moeder-dochter-relatie. Ach ja, zij kon er ook niets aan doen, als dit plan al ‘in de sterren stond’. We vervullen beiden onze rol, dat overstijgt de menselijke maat. Zoiets.
“Ja ja, wat nou heilig”, hoor ik je al zeggen. Of eigenlijk hoor ik een oude echo uit het verleden, dus weg met dat stemmetje ;-). Ik begin opnieuw. Heilig dus, ja, in de zin van kostbaar, zo kostbaar omdat het om het authentieke in ons gaat.
Ik kan nu stukken van mijzelf herwaarderen die ik eerder beschamend vond. Mijn passie, mijn emotionaliteit, mijn behoefte aan mijn eigen tijd, ruimte en tempo. Allemaal dingen die ik als kind en jonge vrouw als gebreken zag. Nu ik ouder wordt, kan ik hierin mijn pure, authentieke zelf zien. Ik leer mijzelf steeds beter kennen en weet: dit ben ik!
Oké, ik kan doordraven in die passie en in die emoties en soms heb ik ruimte nodig omdat ik te hard van stapel ben gelopen. Dan zit ik in een valkuil die mij uit mijn evenwicht, uit mijn kern, mijn eigenheid haalt. Maar de passie, emoties en eigen ruimtebehoefte zijn ten diepste ‘mij’. In die ruimte-behoefte vínd ik mij.
En hoe mooi die ‘mij’ is, leer ik elke dag beter. Met dat ik mijn oordeel erover loslaat, waardeer ik het meer. Het doet me denken aan het kernkwadrant van Ofman, een oude training-tool die nooit verloren lijkt te gaan. Ook daarin is het zo waardevol om, naast het mogen ontwikkelen van de uitdaging (met de nadruk op mógen, dat wil zeggen, jezelf ten diepste toestemming geven, daar waar je als kind bang bent geworden voor deze kwaliteit in jezelf) ook je kernkwaliteit weer te gaan herwaarderen. We keuren deze vaak in onszelf af omdat we last hebben van het ‘teveel’ ervan, de valkuil. Zoals wanneer ik doordraaf bijvoorbeeld. En dit afkeuren is zó zonde omdat we daarmee onze authenticiteit, het heilige Kind in ons, (met het badwater) weggooien.
Laatst maakte ik een filmpjevoor een nieuwe cursus die ik ga geven en toen kon ik formuleren wat ik al jaren voel, dat psychologie en spiritualiteit bij elkaar horen. De een kan niet zonder de ander.
Neem onze relatietherapie. Onze boodschap daarin is steeds en zonder compromis, dat we de liefde in onszelf en alleen in onszelf kunnen vinden. Dit idee heeft een psychologische én een spirituele kant. Want, en dan heb ik het voor het gemak even over mijzelf, als ik echt al mijn grieven van mijn partner af wil halen, al mijn eisen en al mijn afhankelijke verlangens, dan zal ik contact moeten kunnen maken met mijn innerlijke bron van liefde. Die kan ik bijvoorbeeld vinden in mijn innerlijke voedende ouder en geven aan mijn innerlijk kind. Dat kindje in mij roept zoveel zachtheid op! Mijn hart gaat open voor dat meisje en stroomt vol liefde.
Vanuit dat open hart kan ik contact maken met de universele bron van liefde. Die liefde stroomt dan voor het kind in mij, mijn gekwetste ego, maar ook voor de gekwetste ego’s om mij heen. Zo kan ik mijzelf en de ander ontschuldigen en onze schaduwkanten beter omarmen.
Deze bron van liefde wordt in innerlijk-kind-visualisaties ook wel gevisualiseerd als een tovenaar of lieve fee. Ook komt de ‘wijze’ vaak langs als symbool voor de innerlijke bron. Zo helpt de psychologie mij dus, onder andere, om bij mijn spirituele bron te komen. Doordat ik met die diepere bron steeds meer vertrouwd raak, kan ik ook steeds beter voorbij de gekwetstheid van mijn innerlijk kind kijken en kan ik zien en voelen dat ik dat kind niet ben. Ik kan steeds beter helikopteren en scherper zien.
De non- dualistische leer van Een cursus in wonderen leert mij dat ik liefde ben en geen angst. Angst is van het ego en het ego is per definitie afgescheiden van jouw innerlijke bron van liefde. Anders gezegd: ons ego bestaat uit overlevingsgedrag en niet uit liefde, want het is gebaseerd op angst. Angst is dus een illusie, ons ego is een illusie, want de bron, de universele liefde is de enige werkelijkheid. Misschien wordt dit wat abstract maar voor mijn gevoel is het vrije kind in mij nog heel dichtbij die universele bron van liefde. We zijn niet voor niets vaak zo ontroerd door kinderen en noemen ze ‘puur’. Daarbij vergeten we trouwens nogal eens dat het boze of krachtige kind ook dicht bij die bron is…, maar dat terzijde. Het kind in mij brengt me dus bij de bron. En aangezien de bron, in het non-dualistisch denken het enige werkelijke is, is het angstige kind in mij (die voelt als werkelijk!) niet werkelijk. Dit besef helpt mij enorm om mij beter te kunnen de-identificeren met dat angstige stuk. Hierdoor kan ik me weer beter herinneren wat ik echt ben, Liefde!
Laatst werd ik geïnterviewd over innerlijk kindwerk. De interviewster vroeg mij naar het verschil tussen meditatie en innerlijk kindwerk. Daar had ik nog nooit over nagedacht!
Ik vertelde haar dat ik het soms moeilijk vind om te mediteren, zeker als ik in een pijnlijk stuk zit. Ik krijg mijn hoofd dan echt niet leeg en mijn lijf niet rustig. Ik val dan helemaal samen met mijn gedachten en kan ze niet als wolkjes laten langs drijven. Dan raak ik gefrustreerd en boos op mijzelf! Veraf van de liefde die ik zou willen voelen in de meditatie.
Wat dan wel lukt is dat ik mij voorstel dat er een klein meisje in mij zit die zich zo rot voelt. Ik denk dan aan mijzelf als peutertje met een stevig en bewegelijk lijfje en een pittige blik in haar ogen. Ik vind dat meisje zó lief. En zo gaat mijn hart dan open voor het kind in mijzelf en voel ik de liefde stromen. Ik kom thuis bij mijzelf en voel mij rustig worden. De interviewster was verrast door het gesprek en zei dat voor haar, en haar leerlingen, meditatie ook gaat over het op zoek gaan naar de liefde in jezelf. En zo formuleerden we het antwoord op haar vraag. Of je nu meditatie als ingang gebruikt of innerlijk kindwerk, langs beide wegen kom je uit bij de bron van liefde die in ons zit.
Ik ben vast niet de enige, maar soms ontdek ik iets… zo bevrijdend, en vervolgens denk ik: “maar dat wist ik toch al??”
De laatste tijd ervaar ik weer de verzachtende vrijheid van het mogen voelen wat ik voel. Ook negatieve emoties. Ik kan helikopteren en zien dat ik de ‘emotie niet ben’ maar de ‘emotie alleen maar heb’. Ik verlies mijzelf er niet in en het gevoel dooft weer uit. Ik zie dat het een oud gevoel is wat het kwetsbare weerloze kind in mij nu raakt. Ik zie ook dat ik een stevige vrouw ben die dicht bij zichzelf blijft en niet meer omvalt, of in ieder geval snel terugveert. Het is heerlijk om zo te ervaren hoe ik gegroeid ben in mijn leven.
Het kleine meisje wordt nog steeds heel diep geraakt, ik voel me dan volledig overgeleverd aan de waanzin om mij heen, héél eng voor haar en op dat moment zit ik er ook helemaal in vast, maar ik kom er steeds sneller uit, weet steeds sneller de weg naar mijn helikoptertje te vinden om er weer van en afstandje naar te kunnen kijken. En wat ik dan zie is dus dat ik alles mag voelen wat er is, dat dát mij uit mijn kleine meisje haalt.
Deze dagen gaat het over mijn gevoel van slachtofferschap. Dáár zit nog een taboe op zeg! ‘Jij moet altijd sterk zijn’ zei iemand laatst. Ja die ken ik! Nu zie ik dat het mijn kleine meisje is die zich zo voelt en dat helpt enorm omdat ik naar haar toe compassie kan voelen. Zij hoeft nu, in mijn liefdevolle moederblik, niet sterk te zijn. Zij mag kwetsbaar zijn en door dat te erkennen, komt er ruimte en valt het slachtoffer-gevoel zomaar weg. Dat is steeds weer de waarde van innerlijk kindwerk voor mij.
Heb jij dat ook wel eens, af en toe, dat er iets verschuift diep binnen in jezelf, dat je opeens iets begrijpt, in je hart, je buik, wat je eerder misschien wel in je hoofd wist maar niet echt be-greep? Ik heb dat heel af en toe.
Ik las een tekst in het boek ‘Een cursus in wonderen’ en dat heet ‘de kleine tuin’. Heel kort staat daarin beschreven hoe jij in jouw tuin bent. Dor en droog, net als de woestijn buiten de tuin. De dorstige voorbijganger vindt de tuin en komt zich laven in de tuin. Want zodra deze jouw tuin betreedt en jullie elkaar ontmoeten, verandert de tuin in een groene oase.
Tot zover bekend gebied voor me.Ik ken, zeker in mijn werk, de tuin waarin mijn gasten en ik ons kunnen laven, in het gesprek, in de ontmoeting. Ik voel dan de liefde stromen, zeker als ik het gesprek uit kom, kan ik dat zo sterk voelen dat al het aardse gedoe aan ruzies, zorgen, etc. als sneeuw voor de zon verdwijnen. En toch was ik me niet bewust dat deze diepe liefde ontstond in de ontmoeting met de ander, de andere mens. Het voelde als een soort spirituele wind die door het contact waaide of zo, moeilijk uit te leggen. Maar in de tekst las ik dat het die ander is die ook de onvoorwaardelijke liefde in zijn hart, met zich medebrengt, mijn tuin in. Het is dus de interactie tussen de mensen die die onvoorwaardelijke liefde voelbaar maakt.
Wat is dat toch voor raars, ik ervaar het dagelijks maar begrijp het nu pas. Ook de ander brengt die liefde naar mij…… hoe kan dat, dat ik dat nooit begreep? Dat is even een oud dingetje…. en doet me denken aan mijn wantrouwende structuur. Ik heb het als kind afgeleerd om de ander met open hart te vertrouwen. Daar moet ik altijd zelf het een en ander voor doen, weet niet wat.
Wat ik wel weet is dat er nu een paneel is verschoven vanbinnen! Er ontstaat ruimte voor vertrouwen en overgave aan de andere mens. Zou de liefde dan toch sterker zijn dan mijn overtuiging van wantrouwen?
We kennen allemaal wel de metafoor van de rups die, door het naar binnen keren, groeit en zo, als sterke stralende vlinder, uit haar cocon komt kruipen om de wereld een stukje mooier te maken.
Deze metafoor ben ik zo vaak tegen gekomen dat ik hem een beetje cliché ging vinden en het wat gênant vond om hem te gebruiken. Maar ja, een cliché is niet voor niets een cliché, er zit dus waarheid in.
De gêne voorbij ga ik maar eens voelen wat de metafoor met me doet en dan kom ik bij kwetsbaarheid. De tere vleugels, door de prachtige kleuren een makkelijke prooi, de korte levensduur. Ja, die prachtige kleuren, die maken de vlinder ook kwetsbaar voor hapgrage vogels. En toch staat de vlinder in de metafoor voor de krachtige transformatie die de groeiende mens doormaakt.
Zou groei en prachtige kracht dan samen gaan met kwetsbaarheid? En ja, dat weten we eigenlijk ook allemaal wel. Dat we, juist in onze kwetsbaarheid, als we die laten zien, een prachtige kracht uit kunnen stralen waar de ander even stil en zacht van kan worden. En in die verwondering, stilte en zachtheid ontstaat een moment waarin we de ander kunnen ontmoeten, beseffend dat we aan elkaar gelijk zijn, beiden kwetsbaar maar ook zo mooi in onze eigen kleurenpracht. Wellicht is de transformatie van ons als vlinder pas voltooid als we ook de ander in datzelfde proces kunnen ontmoeten.
Als kind en als jonge vrouw was ik intens verdrietig als de vakantie afliep. Als kind verlangde ik het hele jaar naar de grote vakantie. Zes weken vrij van school en het dagelijkse keurslijf!
Als jonge vrouw, drie weken naar Frankrijk, wilde ik de laatste dag nog volop genieten van het niets hoeven doen en pas op het laatste moment inpakken en vertrekken. Het verdriet van het naderend einde raakte me elk jaar weer diep.
Maar waar was ik nou zo verdrietig om? De vriendinnetjes die ik maakte? De Franse taal en baguettes die ik ging missen? Ja, ook wel, maar dat was toch meer een zoet missen. Het echte missen was de vrijheid die de vakantie mij als kind gaf. Het kunnen doen waar ik zin in had en waar ik plezier in beleefde. Als jonge vrouw miste ik de onspannen verbinding die ik met mijn vriendje in de vakanties voelde. School, studie, later werk, duwden mij en mijn geliefden terug in een keurslijf vol stress en daarmee afgesnedenheid.
En nu? Ik schrijf deze column op mijn laatste vakantiedag en mijmer over hoe anders die nu is dan vroeger. Ontspannen inpakken, fluitend opruimen. Ben ik niet meer bang om de verbinding of de vrijheid te verliezen? Blijkbaar kan ik die zo verlangde vrijheid en verbinding nu beter in mijzelf vinden en ben ik minder afhankelijk van de vakantieplek of het humeur van mijn vriendje (nou… daar valt nog wel iets in te winnen ;-)).
Maar ik ben ook zielsdankbaar met mijn huidige werk. Ik doe, sinds 20 jaar, wat ik ten diepste echt wil en dat gaat altijd en alleen maar over verbinding maken met de mensen om mij heen. Dat ik dit werk nu samen met Hans, mijn man doe, levert dubbele verbindingswinst op! De onrust die ik deze vakantie wel voelde, steeds meer naar mate het einde naderde, over wat de werktoekomst ons brengen gaat, heeft blijkbaar mijn basisgevoel van vrijheid en verbinding niet aangetast. Dat doet me deugd omdat ik een beetje bang was dat ik in een fuik van (marketing-) moetens terecht zou komen. Niet dus!
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Bekijk voor meer informatie de Privacyverklaring.OkéNeePrivacyverklaring