Tijdens mijn opleiding mediumschap (eerste lesjaar afgerond) deden we een meditatie naar onze innerlijke veilige plek. Ik kwam terecht in een grote kathedraal die ik nou niet als prototype veilig zou omschrijven, maar toch was dat wat mijn innerlijke beeld mij liet zien. En niets is onmogelijk in dit soort meditaties dus ik aanvaarde het beeld met nieuwsgierigheid :-).
Inmiddels, vele meditaties verder, kom ik steeds in deze kathedraal uit en ik ontvang er veel steun van de engeltjes die er in de nok rondfladderen. Ze komen naar beneden om me te helpen als dat nodig is:
‘Mijn innerlijke kathedraal,
waarlijke huis van God,
zo licht en vol liefde en supportive,
vol engelen die fladderen in de nok.’
Maar nu deed ik de meditatie opnieuw en de engelen waren opvallend afwezig. Ze waren er wel maar ze waren de kerk aan het poetsen of zaten in hun neus te peuteren, boven op de hanenbalken. Ik vond het wel grappig.
Ik keek verder en vroeg mij af waar ík was in dit geheel. Zat ik in de kerkbank? Nee, maar ik zag wel steeds het bruine hout ervan… (en andere hele tere lichte kleuren, witte bloemen ook… ). Misschien keek ik wel hoe mooi het hout gelakt was door weer een andere onderhoudsploeg. Ik had het in ieder geval niet zelf gedaan, ik keek alleen maar…
En opeens besefte ik dat ik sinds gisteren op een diepe laag voel dat ik niet ‘af’ hoef te zijn of te geraken in dit leven. Persoonlijke groei-gewijs. En dat gaf een onverwacht rustig gevoel. Alsof de toekomstverwachting ‘af’ te moeten geraken, mij elk moment in spanning houdt. Spanning of ik wel oké ben, of ik niet anders moet leren denken, voelen, handelen, whatever, met de nadruk op MOET. Nee dus. Komt het leerproces in dit leven niet af dan ga ik een volgend leven gewoon verder. En zelfs dat klopt niet, er is geen ‘af’, zoals ik net al schreef. Er is gewoon wat er is, en dat is goed.
Kijk, nu begrijp ik ook waarom die engeltjes met hele andere dingen bezig waren. Ze hoefden zich even niet om mij te bekommeren omdat ik oké ben, nu.