Veel onopgeloste vragen in ons leven zijn terug te voeren op een disbalans in het systeem waar we deel van uit maken. Vaak ons gezin van herkomst.
In een (familie) opstelling worden de leden van het systeem ‘opgesteld’, met representanten in de ruimte of met bijvoorbeeld stenen op tafel.
De vraagsteller, degene die met een vraag bij ons komt, stelt de leden intuïtief op en de leden bewegen intuïtief door de ruimte. Ook geven ze intuïtief weer wat ze voelen, waarnemen en denken.
Deelnemers ervaren een opstelling vaak als magisch omdat de representanten, zonder enige voorkennis, hele sterke ervaringen kunnen hebben die duidelijk niet van henzelf zijn maar van degene die ze representeren.
Het doel van een opstelling is echter niet de magie, het intuïtieve veld doet zijn werk. Het doel is wel dat er op een diep, onbewust niveau balans in het systeem terugkomt waardoor relaties kunnen herstellen, kinderen ‘alsnog uit huis kunnen gaan’, lasten en verantwoordelijkheden kunnen worden teruggelegd bij wie ze horen en rolverwarringen ontward kunnen worden, bijvoorbeeld een kind dat in de jeugd de ouderrol heeft genomen (parentificatie).
Het gaat er bij opstellingen niet om dat pijnlijke zaken uit het verleden worden ontkend maar dat de feiten worden erkend. Daarmee komt het systeem in balans.
Het systeem is in balans als:
- alle leden ‘een plek hebben’ in bijvoorbeeld het gezin. Dat iedereen gezien wordt, erkend wordt, dat hij of zij er is.
- alle leden ‘de juiste plek hebben’ in het systeem. Ouders en kinderen maar ook leidinggevende en medewerker, ieder op de eigen plek. Het is belangrijk dat ieders plek wordt erkend, als feit: ik ben de oudste, jij de jongste; ik ben de ouder, jij het kind, etc.
- ‘geven en nemen’ binnen het systeem in balans is. De ouder geeft daarbij meer aan het kind dan andersom. De balans kan je zien in dat het kind dit weer doorgeeft aan de eigen kinderen maar je kan het ook zien wanneer het kind de ouder bedankt voor het leven dat het van de ouders heeft gekregen.
Een van de lastige dingen bij opstellingen is om als vraagsteller voorbij de boosheid en de klacht te kunnen gaan zien dát (bijvoorbeeld) de ouder jouw het leven heeft gegeven of dát de ouder de ouder is, ook al heb jij die rol je leven lang op je genomen. Het gaat er dan bijvoorbeeld om dat de vraagsteller erkend wordt in het feit dat hij of zij de ouderrol heeft gedragen en dat die (te) zwaar is geweest, en dat de rol nu weer wordt teruggenomen door de ouder.
Als deze feiten worden erkend, dan kan de liefde, die er ten diepste altijd is, (ondanks de pijn die er is geleden in het gezin), weer gaan stromen. Dat is niet iets wat wordt geforceerd maar het gebeurt, omdat de orde wordt hersteld.
Dit, dit opnieuw gaan stromen van de liefde, misschien wel met een grote L, is wellicht nog wel het meest wonderlijke wat er in een opstelling kan gebeuren.
Oude grieven lossen op, omdat er een diepere, meer wezenlijke laag van verbinding voelbaar wordt.