Toen ik klein was, moest ik naar mijn kamer als ik iets verkeerds had gedaan. Ik mocht dan pas weer boven komen (mijn kamertje lag in het souterrain) als ik spijt had. Misschien herinner ik het me niet goed maar zo heb ik het beleefd.
Vanochtend dacht ik na over de uitdrukking ‘tot je zelf komen’. Een mooie uitdrukking eigenlijk. Veel stellen die bij ons in relatietherapie komen, hebben last van ruzies waar ze niet uit komen. Ze hebben de neiging om te blijven ruziën, tot ze ‘er uit zijn’. Meestal betekent dat, dat de één gewonnen heeft en de ander zich gewonnen heeft gegeven of aan het kortste eind heeft getrokken. Dit is een uitkomst die het zaad plant voor de volgende ruzie. Er staat immers nog een rekening open die vereffend moet worden. Daarom leren we de partners om zich, terwijl de ruzie nog niet over is, terug te trekken. Niet om, zoals vroeger bij mij thuis, na te denken over hun zonden en dan spijt te kunnen betuigen, maar om weer ‘tot zichzelf te kunnen komen’. Wat gebeurt er in een ruzie? Partners voelen zich tekort gedaan of gekwetst door de ander. Ze wijzen naar de ander, de ander valt hun aan, verwijt hun onterecht, doet gemeen of onverschillig. Bij de opdracht om zich terug te trekken vragen we de partners met hun aandacht naar binnen te gaan. Stop met wijzen naar de ander maar ga onderzoeken wat er met jóu gebeurt. En dan is “Ik voel me gekwetst door jou, en als jij nu maar zus of zo doet, dan voel ik mij beter”, geen tot je zelf komen. Tot je zelf komen betekent dat jij je energie helemaal van die ander afhaalt en met al je aandacht naar binnen gaat, naar oude wonden die je al je hele leven met je meedraagt en een eigen leven zijn gaan leiden. Wonden die je nu op je partner projecteert. In de therapie schenken we volop aandacht aan deze oude wonden. We onderzoeken met de partners hoe zij elkaar ‘in elkaars oude pijn raken’. Het is elke keer weer wonderlijk om te zien hoe partners elkaar hier feilloos op hebben ‘uitgezocht’. Ook leren we partners hoe zij dit gekwetste kind, dat ze in zich meedragen, zelf kunnen troosten. Als dit werk gedaan is, komen de partners weer in contact met hun innerlijke krachtbron. De bron die hen weer stevig op hun voeten zet, bij zichzelf, in hun autonome kracht. Ook dit is ‘tot je zelf komen’.
Cornélie Spijkerboer